‘Schoon’ is een direct resultaat volgend op reinigen en desinfecteren. Toch? Dat klinkt simpel en eenduidig. Aan de slag! Maar zo makkelijk is het niet. Als ik lees dat ‘het wielrennen nu zeer schoon is’, wordt daarmee bedoeld dat het wielerpeleton geen verboden middelen gebruikt. En als een Belg het heeft over ‘een schoon kleedje’ gaat het níet over een vloerkleed zonder vlekken.
“Maak jij het aanrecht nog even schoon?” vraag ik aan mijn puberzoon. (Ik zie er nog wat kruimels op liggen en kringen van het natte vaatwerk, en het was zijn taakje voor vanavond). “Heb ik al gedaan!” klinkt het opgeruimd uit zijn kamer.
“Ruim je kamer eens op!” “Dat héb ik al gedaan!”, de irritatie bij het 15-jarige meisje duidelijk hoorbaar in haar stem. Op de vloer liggen her en der nog wat kledingstukken, naast de prullenbak zie ik snoeppapiertjes en een paar proppen A-4. En wát is er nou allemaal onder het bed geschoven?? Toch moet ik haar een beetje gelijk geven: gisteren was het inderdaad een grotere puinhoop.
“Zien jullie het dan niet?” vraag ik, bijna hopeloos, als ik ’s avonds thuiskom, de kruimels van hun lunch onder de tafel, en het meegebrachte zand van die dag (de school staat naast het bos) onder mijn schoenen hoor kraken. “Huh? Nee, ik zie niks!”
Het is een soort spel, lijkt wel: ‘ik zie ik zie wat jij niet ziet, en het is… vuil.’ Een extra spelelement is daarbij dat niet al het vuil met het blote oog waarneembaar is.
Het is weer tijd voor verversing van de instructie-ronde, bedenk ik. Mijn ‘schoon’ is duidelijk anders dan het schoon van mijn pubers. Tenzij ze onder de douche staan; dan duurt het eindeloos voor hun maatstaf ‘schoon’ echt bereikt is. Het is weer tijd voor een gesprek, om de ogen te openen voor wat ik wél, en zij blijkbaar niet zien. Kortom: ik wens meer overeenstemming tussen mijn definitie van schoon en die van hun. En meer samenwerking om concreet resultaat te bereiken.
Al met al blijkt een lastig begrip: dat ‘schoon’. En echt niet alleen in een willekeurige eensgezinswoning waarin twee volwassenen en drie pubers huizen. Bij jullie staat er alleen wel wat méér op het spel dan een beetje irritatie en af en toe een knallende ruzie.
Judith Witte
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2019