Unilever heeft met De Vegetarische Slager - of The Vegetarian Butcher, zoals het merk internationaal bekend staat - goud in handen. Het FMCG-concern nam het merk eind 2018 over van oprichter Jaap Korteweg en werkt sindsdien aan een krachtige uitrol wereldwijd (45 landen inmiddels). Ceo Hugo Verkuil is blij dat hij kan bijdragen aan ‘de revolutie’.
‘Het tipping-point – ook met de transitie naar plantaardige eiwitten – kan er heel snel zijn’
Begin oktober lanceerde De Vegetarische Slager het plantaardige kookboek ‘Vleesch’. Onder applaus overhandigde de huidige topman, Hugo Verkuil, het eerste exemplaar aan oprichter en geestelijk vader, Jaap Korteweg. Plaats van handeling: het uiterst chique restaurant Parkheuvel (**) in Rotterdam. De lunch daaropvolgend was niet alleen van topniveau, maar ook 100 procent vegan én onder meer bereid met producten van De Vegetarische Slager. ‘Vleesch’ belooft ‘100x een plantaardige ode aan vleesklassiekers’ te zijn, en kent bijdragen van onder meer Jonnie Boer (De Librije) en astronaut André Kuipers; aan ambitie geen gebrek. Dat geldt ook voor Verkuil. ‘If it was easy, it wasn’t a revolution.’
“De transformatie van de consumptie van dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten is in volle gang en aan die revolutie proberen wij ook vandaag weer een slinger te geven. Onze oprichter, Jaap Korteweg, vond vlees zo lekker dat hij het vegetarisch maakte. Wij proberen vleesliefhebbers met onze producten te verleiden om plantaardig te eten. Het boek dat we vandaag lanceren is dan ook geen kookboek met typisch vegetarische gerechten, maar juist met vleesklassiekers. Je kunt de gerechten maken waar je dol op bent, maar dan plantaardig, zonder het dier.”
“Mensen vragen zich af hoe ze de producten van De Vegetarische Slager kunnen gebruiken. Wat wij proberen te zeggen is dat de mogelijkheden om te variëren eindeloos zijn. Anders gezegd: het is een feestje om met onze producten te koken en andere mensen te verrassen.”
“Voordat ik bij De Vegetarische Slager kwam aten wij thuis al betrekkelijk weinig vlees. Vanaf dat moment zijn we alle producten gaan proberen en koken we eigenlijk alleen nog maar vegetarisch. We hebben twee tieners, 13 en 15 jaar en tegen hen gezegd, gôh, als je een keer wél dierlijk vlees wil, laat het weten. In de eerste twee weken gebeurde dat nog wel, maar daarna niet meer. Ja… [lacht] ik weet dat dat als een marketingverhaal klinkt, maar serieus, ze missen het niet. Het zijn echte goede vervangers!’
“Bij de boys is de Pluimfeest Burger favoriet. Maar de Kipstuckjes zijn ook hardlopers bij ons. Zeker als we ze marineren als saté en op de barbecue bereiden.”
“Kijk, Jaap is een waanzinnige entrepreneur met een groot charisma. Hij heeft de weg gebaand in een wereld waar niemand nog in geloofde. Toch klom hij altijd weer op de bühne en dat heeft hij geweldig gedaan. Ook al zijn Jaap en ik heel anders, ik beschouw hem wel als een goede vriend. Ik zie het als mijn missie om aan de ene kant de rebelse cultuur van het merk te behouden en tegelijkertijd zo snel mogelijk uit te rollen over de hele wereld. Het gaat mij er niet om het gezicht van De Vegetarische Slager te zijn, het gaat om de purpose, de revolutie.”
“Twee dingen. Ten eerste onze fanatieke focus op smaak, smaak en nog eens smaak. Deze revolutie wordt namelijk gewonnen of verloren via de smaakpapillen. Ook al heb je nog zo’n mooi verhaal, als je échte vleesliefhebbers wil verleiden is het een no-go-area om concessies te doen op smaak. Het tweede is, we zijn apetrots op onze harde groei, maar we doen er alles aan om ons rebelse, eigenzinnige karakter te behouden. Jaap zegt dat dat zelfs versterkt is. Zo voerden wij de troepen aan toen het Europees Parlement ging stemmen over een mogelijk verbod op vleesnamen voor vegetarische producten én plaatsten we een open brief in de landelijke dagbladen aan Frans Timmermans (uitvoerend vicevoorzitter 2019-2024 Europese Green Deal, red.) om ons te melden als kandidaat voor de vleessubsidies die jaarlijks vanuit de Europese Unie worden verstrekt. Want waarom zou dierlijk vlees – dat een veel hogere emissie heeft en veel dierenleed veroorzaakt – wél subsidie krijgen en plantaardig vlees niet?”
“Het staat buiten kijf dat je dit niet alleen kan doen, je moet partnerships sluiten. Met burgerketens bijvoorbeeld (De Vegetarische Slager werkt onder meer samen met Burger King, red.), maar ook met Wageningen University. Het is niet voor niets dat Unilever in 2019 daar zijn Foods Innovation Centre heeft geopend. Zo zitten we dicht op voor ons zeer interessante startups en kunnen we samen werken aan de ontwikkeling van bepaalde eiwitstructuren. Ook werken we samen met partijen als ENOUGH, voor de ontwikkelingen van het mycoproteïne Abunda (uit schimmels, gisten of zwammen, red.) en trekken we op met het Britse Algenuity om het gebruik van proteïnen uit microalgen te onderzoeken. Het klinkt afgezaagd, maar het is zoals ze in Afrika zeggen: ‘If you want to go fast, go alone; but if you want to go far, go together’.”
“Nee, want sommige dingen willen we absoluut voor onszelf houden. Ik denk dat dat ook de voorwaarde is om tot een superieur product te komen. Dat krijgen wij ook voor elkaar door onze geest van entrepreneurship, de turbo die er altijd op zit en doordat we elkaar uitdagen om het onmogelijke mogelijk te maken. Bovendien is er in de markt genoeg ruimte voor een divers aanbod waarin iedereen zijn kwaliteiten heeft. Wij bieden een hoogwaardig plantaardig slagersassortiment, dat is waarin we ons onderscheiden.”
“Natuurlijk zijn er veel dingen in de maatschappij en op de planeet die een kant opgaan die we niet willen zien, maar het enige antwoord dat ik daarop heb, is actie. Daarom ben ik ook zo blij dat ik deze baan heb.”
“Ik ben me ervan bewust dat niemand alle problemen in de wereld kan oplossen, maar ik ben verheugd met de ontwikkelingen die je nu ziet. Het tipping-point – ook met de transitie naar plantaardige eiwitten – kan er heel snel zijn. Kijk naar hoe snel het gaat met elektrische auto’s, kijk naar de afgenomen reisbewegingen door het toenemende thuiswerken. Ik zie het positief in.”
“Ik vertel mijn team altijd: ‘Het is helemaal niet makkelijk. Maar ja, if it was easy, it wasn’t a revolution!’ [Met een big smile] ‘Jullie zijn hier toch voor een revolutie? Nou dan!’ Dat is ook wel een beetje een running gag aan het worden. Als iets niet lukt, als je vastloopt, kijken we elkaar aan en zeggen, tja, typisch revolutie hè…”
“Om te beginnen moeten we streven naar biodiversiteit en werken met een multitude van plantaardige proteïnen. Dat is goed voor alles en iedereen. Voor nu is soja een superieure eiwitbron. Qua structuur, eiwitgehalte, smaak, en relatieve opbrengst. Dat is de reden dat we het veel gebruiken. Maar regeren is vooruitzien en daarom kijken we nu al naar de top 10 van de toekomst. We onthullen niet alles waar we mee bezig zijn, maar je kunt je voorstellen dat niet alles gelijk scoort op de genoemde vier eigenschappen. Het is ook een kwestie van hoe je verschillende eiwitbronnen optimaal met elkaar combineert. Blends maken om tot een topproduct te komen.”
“Hahaha, wat denk je? Wij groeien als kóól! Dus dat gaat wel gepaard met flink wat groeipijnen. We hebben elke keer meer capaciteit nodig. We moeten telkens exponentieel opschakelen. En over zes maanden hebben we iets nodig wat we nu nog niet eens weten. En dat met zulke hoge volumes… Maar ik heb niet zo snel hoofdpijn hoor. Bovendien, ik sta liever aan deze kant. Dit is een historisch moment om maatschappelijke impact te hebben.”
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2021