Storteboom Fresh in Putten, onderdeel van het Britse 2 Sisters Food Group, is de meest diervriendelijke pluimveeslachterij van Nederland*. Maar zijn ze ook duurzaam? Algemeen Directeur Harm Laros vertelt over keuzes maken en prioriteiten stellen.
Op het kantoor grenzend aan de moderne productielocatie in Putten, zien we aan de muur zes grote platen met foto’s en iconen. Ze vertegenwoordigen de kernwaarden die leidend zijn voor het ondernemerschap van Storteboom. “Het zijn onze DNA-profielen”, legt Harm Laros uit. “Iedereen die hier werkt, kent ze en werkt ernaar: klantgericht, gedreven, discipline, resultaatgericht, innovatief en integer. De vlees- en de vissector liggen continu onder een vergrootglas. Dat is niet erg, het houdt ons allemaal scherp. Het betekent wel dat open en eerlijk zijn in onze sector cruciaal is. ‘Integriteit gekoppeld aan transparantie’, daar draait het om bij ons. We doen wat we zeggen en we zeggen wat we doen,” verduidelijkt hij. “We hebben geen geheimen voor onze klanten.
“We nemen onze verantwoordelijkheid; van ei tot consument”, vervolgt Harm als we aan tafel zitten met een kop koffie. “In het begin van de keten kiezen we bijvoorbeeld al voor ‘early feeding’ waarbij de kuikens uitkomen in stro in plaats van een broedkast. Ze hebben snel de beschikking over voer en water. Dat is natuurlijker en diervriendelijker. Ja, het kost wat meer. En ‘zorg voor dierenwelzijn’ staat inderdaad soms haaks op ‘goed zijn voor het milieu’. Een kip die langer leeft én meer ruimte krijgt, heeft nu eenmaal een grotere CO2 footprint. Toch is dierenwelzijn bij ons een belangrijk aspect als we keuzes voor duurzaamheid maken.” Ter illustratie neemt hij me mee naar de laaddocks. Vrachtwagens vol levende kippen rijden er achteruit het dock in. Een modern systeem laadt de containers volledig automatisch en schokvrij uit, er komt geen heftruck aan te pas. De dieren worden vervolgens verdoofd met een uniek 5-fasen gasverdovingssysteem. “Anders dan bij de meeste kippenslachterijen wordt bij ons bovendien niet levend gekanteld,” zegt Harm. “Wij verdoven ze eerst volledig, pas daarna kantelen we de containers en gaan de kippen verder het proces in.”
Storteboom noemt zichzelf ‘ketenregisseur’. Wat houdt dat in? Harm: “Iedereen in de keten focust zich op het eigen specialisme. Wij houden ondertussen de regie, vanuit het idee ‘You don’t have to own, to control’. We stellen hoge kwaliteitseisen aan onze leveranciers en om de kwaliteit te borgen, voeren we zelf geregeld audits uit. We produceren voor het topsegment en de wereldwijde export, zowel vers als diepgevroren. Geen van onze afnemers kunnen zich een schandaal veroorloven. Méér nog dan dierenwelzijn en duurzaamheid, is voedselveiligheid daarom essentieel. Om de voedselveiligheid te borgen, voeren we permanent controleprocedures uit en vindt er systematische verslaglegging plaats. We hebben een eigen ISO 17025 geaccrediteerd laboratorium.” Het antibioticagebruik is al een aantal jaren fors gedaald en wordt niet meer preventief ingezet, alleen wanneer dieren echt ziek zijn.
“Duurzamer produceren betekent voor ons actief zoeken naar manieren om de hele kip beter te verwaarden. Bijvoorbeeld door dijvlees te promoten en gehaktproducten te maken. Met een aantal collega pluimveeslachterijen hebben we een autonoom bedrijf opgericht: Noblesse Proteins. Dit bedrijf is gespecialiseerd in de verwerking van de bijproducten van kip. Er worden pluimveevetten gemaakt, en veer-, bloed- en vleesmeel met hoge gehaltes aan hoogwaardige eiwitten. Wereldwijd gebruiken producenten deze eiwitten en vetten als fundamentele ingrediënten in onder andere diervoer en meststoffen.”
Jaren geleden al ondertekende Storteboom de Meerjarenafspraak energie-efficiency (Mja) en het Mja3-convenant; een afspraak tussen overheid, bedrijfsleven en instellingen om de energie-efficiency van producten, diensten en processen te verbeteren en het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen. “We hebben ons waterverbruik fors verminderd en in Zeewolde werken we aan een collectief waarin bedrijven gezamenlijk daken beschikbaar stellen voor zonnepanelen. Daarnaast zijn al onze bedrijven ISO 14001-gecertificeerd: we hebben maatregelen genomen voor een zo laag mogelijke geur-emissie en geluidsoverlast voor omwonenden.”
Ketenefficiency is één van de pijlers om de doelen van Mja3 te bereiken. “De verschillende schakels in de keten hebben gefragmenteerd gereageerd op duurzaamheid en logistieke verbetering,” vertelt Harm. “Sommige bedrijven zijn verder dan andere en de gekozen oplossingen lopen uiteen. Onze uitdaging als ketenregisseur is de schakels zo aan elkaar te knopen dat de héle keten duurzamer wordt. Het kan gaan om kleine verbeteringen, bijvoorbeeld afspraken maken over het aantal transportbewegingen: liever drie keer per week een volle lading dan zes keer per week een halve.”
Met een breder assortiment en meer concepten haakt Storteboom sneller in op trends. Harm: “Wat wil de klant? Basis- of 1-ster Beter Leven kip? Een ander ras? Wel of geen vrije uitloop? We kunnen het allemaal op klantvraag invullen. Afgelopen zomer introduceerden we op SIAL het Barnfield-brand. Voorheen boden we alleen naturelproducten aan. Na het overnemen van de boedel uit een failliet bedrijf, gaan we een stap verder en leveren we ook gegaarde producten.
De eindconsument wil kleinere porties. Wij spelen natuurlijk in op deze ontwikkeling; zodat er minder wordt weggegooid. De consequentie van kleinere verpakkingen is echter meer verpakkingsmateriaal. Daarom zoeken we naar duurzame en recyclebare materialen en mogelijkheden. Kortom: het blijft lastig om al die belangrijke aspecten; gezond, voedselveilig, dierenwelzijn én duurzaam - waaronder het verminderen van verspilling- optimaal te krijgen. Je moet constant keuzes maken. Basisuitgangspunt is voor ons: hoe kunnen we, met behoud van dierenwelzijn, onze CO2-footprint verlagen én goed blijven inspelen op klantwensen.
Het ‘Fit’ in de slogan van Storteboom duidt op vitaal, maar ook op ‘het moet passen’, ‘aansluiten op’: op de wensen van leveranciers, afnemers, consumenten én het personeel. “Voor een duurzame inzetbaarheid van ons personeel vinden we scholing heel belangrijk. Iedereen volgt verplicht een e-learningmodule over HACCP en voedselveiligheid, maar er zijn ook scholingsdagen over bijvoorbeeld arbo en machineveiligheid. Ja, ook ik zit er geregeld bij. Je bent nooit uitgeleerd.”
“Wat ik bijzonder vind aan dit werk, is dat we midden in de keten zitten, met dagelijks levende aanvoer en verse afname”, besluit Harm. “Geen dag is hetzelfde, het is een dynamische sector. Dáár sturing aan geven, daarin ligt mijn passie. En ja, ik eet thuis meerdere dagen per week kip. Wat ik het lekkerste gerecht vindt?” Harm lacht en denkt even na. “Ik denk dat ik dan ga voor gewokte pittige kipreepjes.”
* In de naleefmonitor pluimveeslachthuizen van de NVWA (19-09-2018) scoorden ze als enige op alle vier de dierwelzijnaspecten 100%
Beeld: ©Storteboom
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2019
Vakblad Voedingsindustrie is mede mogelijk gemaakt door:
© COPYRIGHT 2024 VOEDINGSINDUSTRIE | ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
Powered by Wallbrink Crossmedia © 2024
