Lunchtijd in het weekend. Mijn dochter wil frikadellen: met currysaus, mayonaise en uitjes. Die combi van zout en zoetig, het romige van de saus, en fris-knapperige van de uitjes: onweerstaanbaar voor haar. Ze weet dat het ongezond is. “Maar zoo lékker…”
Ik pas. Straks loop ik de marathon in Rotterdam. Ik ben me deze weken daardoor weer eens éxtra bewust van wat ik eet. Het moet gezond zijn. Voedzaam en nuttig. En als ik eerlijk ben, écht smakelijk vind ik frikadellen niet. Nooit gevonden trouwens.
Waar ik wél van hou, is Indiaas eten. Kip tandoori, dosa, curry’s, biryani: verrukkelijk. Veel van die gerechten garneer ik graag met een flinke dot gehakte koriander. Mijn kinderen vinden dat smerig. “Net een hap zeep.” ‘Smaken verschillen’, zegt men, maar ‘men’ bedoelt wat anders. De smaak an sich van koriander verandert immers niet tussen het bordje en onze mond. Het gaat mis bij het proeven (want ja: koriander is écht lekker!).
Smaakonderzoek is in volle gang. Wist je dat recent een nieuwe primaire smaak is ontdekt? Fruitvliegjes blijken een smaakreceptor te hebben waarmee het insect ook ‘basisch’ kan proeven. We wisten al dat een zure stof een zure smaakreceptor op de tong activeert. Het bestaan van een basisch proefvermogen zou logisch zijn, maar is niet eerder aangetoond. De onderzoekers ‘houden het voor mogelijk dat deze smaakreceptoren ook bij mensen bijdragen aan het smaakvermogen’. Ook dat is logisch; de gelijkenis tussen mens en fruitvlieg is inderdaad groot...
Ik ga geen records breken in Rotterdam, zelfs geen persoonlijke. Maar ik wil ’m wél weer uitlopen. Om de eindstreep te halen, heb ik brandstof nodig. Afgelopen weken probeerde ik voor de zoveelste keer verschillende ‘sportgelletjes’ uit, in de stille hoop dat productontwikkelaars niet hebben stilgezeten. Ik vind ze nog steeds ronduit vies. Mierzoet, plakkerig in de mond, met vaak een chemische nasmaak. Allesbehalve lekker. Maar vooruit: wél functioneel. Dus dapper knijp ik m’n neus dicht, en de energy-pasta leeg in mijn mond. Het lóópt in ieder geval wél lekker.
Er wordt vaak gezegd dat nieuwe voedingsproducten lekker moeten zijn, anders koopt de consument ze niet. Maar wat ís lekker? Lekker is proeven, en proeven is persoonlijk. Zout is lekker, maar niet gezond, en soms gaat functioneel boven lekker, maar dat geldt alleen zolang er geen beter alternatief is… Ik loop vast. Als dat maar niet in Rotterdam gebeurt.
Judith Witte
[email protected]
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2023