Bijmeng­ver­plich­ting duwt kosten voedings­in­du­strie omhoog

De bijmengverplichting voor groen gas, die het kabinet momenteel voorbereidt, heeft als doel de productie en het gebruik van groen gas te stimuleren. Deze maatregel speelt een cruciale rol in de energietransitie, maar brengt ook hogere kosten met zich mee voor huishoudens en bedrijven. Voor de voedingsmiddelenindustrie, een sector met specifieke energiebehoeften, zijn de effecten duidelijk merkbaar.

Kostenstijging raakt ook voedingsbedrijven

Het onderzoek van CE Delft wijst uit dat de gemiddelde meerkosten voor de voedingsmiddelenindustrie in 2030 maximaal 0,2% van de totale bedrijfskosten bedragen. Hoewel dit percentage beperkt lijkt, kan de impact op het bedrijfsresultaat oplopen tot 4%. Vooral bedrijven met een hoog gasverbruik, zoals bakkerijen, worden onevenredig zwaar getroffen. Slagerijen daarentegen, met een lager gasverbruik, ervaren een minder grote stijging.

Daarnaast verschilt het sterk per bedrijf in hoeverre de extra kosten kunnen worden doorberekend aan klanten. Factoren zoals concurrentiedruk en marktpositie spelen hierbij een cruciale rol.

Alternatieven blijven essentieel

Alternatieve energieoplossingen, zoals warmtepompen, biomassaketels of diepe geothermie, bieden voor sommige bedrijven een aantrekkelijker kostenplaatje. Deze opties kunnen de meerkosten van groen gas overtreffen, mits de juiste infrastructuur en investeringsbereidheid aanwezig zijn. Toch blijft groen gas een interessante tussenoplossing, omdat het zonder grote aanpassingen in bestaande systemen kan worden ingezet.

Met de bijmengverplichting zet het kabinet een belangrijke stap richting een duurzame energievoorziening. De voedingsmiddelenindustrie zal echter goed moeten balanceren tussen kostenbeheersing en verduurzamingsmaatregelen om de concurrentiepositie te behouden.

Lees de Kamerbrief ‘Aanbieding onderzoek meerkosten en impact bijmengverplichting groen gas’