Op maandag 17 april 2023 heeft de Raad van State haar advies gepubliceerd over het verlagen van het btw-tarief op voedingsmiddelen naar nul procent. Men adviseert af te zien van het voorstel, omdat het doel slechts in beperkte mate zal worden behaald. Een btw nultarief leidt namelijk nauwelijks tot verlagingen in consumentenprijzen.
Het doel van het wetsvoorstel is om de indirecte belasting op voedingsmiddelen voor één jaar op nul procent te zetten, waardoor voedingsmiddelen in één klap negen procent goedkoper zouden worden. Echter, op basis van binnen- en buitenlandse ervaringen en empirisch onderzoek is te verwachten dat het wetsvoorstel zijn doel niet behaalt. Belastingverlagingen op voedingsmiddelen leiden namelijk niet tot verlagingen in prijzen. Ondernemers profiteren wel van een verlaagde belastingafdracht en het voorstel heeft dan vooral het effect van een 'supermarktsubsidie'.
Zelfs als het voorstel zou resulteren in lagere prijzen voor consumenten, komt het profijt vooral ten goede aan consumenten die deze verlaging niet nodig hebben. Mensen met hogere inkomens geven namelijk in euro’s meer uit aan voedingsmiddelen dan mensen met lagere inkomens. Bovendien biedt een kleine prijsaanpassing op voedingsmiddelen voor kwetsbare consumenten geen oplossing.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) moet er volgens de initiatiefnemers op toezien dat de verlaging van de btw ook daadwerkelijk in de prijzen wordt doorberekend. Echter, er is geen wettelijke norm die de ACM kan handhaven en er zijn geen handhavingsmiddelen. Het voorstel roept ook vragen op in het licht van de praktische uitvoerbaarheid en er worden meerdere uitvoeringstoetsen gemist.
Het is aannemelijk dat het wetsvoorstel de voedselprijzen niet tot nauwelijks zal laten zakken, maar wel harder laat stijgen op de langere termijn doordat na een jaar de belastingen weer worden verhoogd. In de toelichting bij het wetsvoorstel gaan de initiatiefnemers niet op deze effecten in.
Het wetsvoorstel kost naar verwachting € 5,6 miljard. De initiatiefnemers willen dit bekostigen uit de middelen voor de stikstofproblematiek, maar doen dit zonder de gevolgen hiervan voor de beleidsvoornemens van de overheid inzichtelijk te maken.
Gelet op al deze punten die ook nog eens niet of nauwelijks te repareren zijn, adviseert de Afdeling advisering af te zien van het wetsvoorstel.
Bron: Raad van State