Stel je voor: je gaat naar een restaurant, wellicht met de door jouwzelf ontworpen pasta CAD-files, en geeft deze af aan de chef. Even later ligt jouw persoonlijke pasta op je bord, met een heerlijke saus natuurlijk. Sciencefiction? Niet meer!
Vorig jaar schreven we in Voedingsindustrie (editie 5-2014) over de diverse technieken, de mogelijkheden en kansen van 3D-foodprinting. ‘De techniek is er. Het is nu aan de industrie zelf’, besloten we het artikel. Slechts een jaar later is het al hoog tijd voor een update. Want Barilla, een traditioneel familiebedrijf en een van de leidende pastaproducenten in Italië, presenteert op de Wereldtentoonstelling in Milaan de allereerste 3D pastaprinter. En er zijn meer voorbeelden.
De 3D-printer van Barilla is ontworpen in samenwerking met een team van wetenschappers van TNO en in staat om 4 stukjes in pakweg 90 seconden te maken. Er wordt hard gewerkt aan het versnellen van het proces. Daniël van der Linden van TNO is nauw betrokken bij het project. “Barilla laat met deze presentatie zien dat ze voorop lopen in de wereld. Maar ze doen het ook om feedback te krijgen uit de markt. Is er draagvlak voor een dergelijke apparaat? Ziet de professionele wereld mogelijkheden, hebben ze hier geld voor over? Waar we ons ondertussen ook over buigen, is de vraag hoe Barilla deze machine commercieel zou kunnen inzetten, op een manier die bij Barilla en de verwachting die klanten van het bedrijf hebben, past. Ze staan bekend om hun superieure kwaliteit, dus daar mogen geen concessies aan worden gedaan. Welke heel andere, nieuwe businessmodellen zijn denkbaar? Wij helpen bedrijven inzichtelijk te maken waar kansen en mogelijkheden liggen en wat de beperkingen zijn.”
'3D foodprinting: een niet te stuiten ontwikkeling'
3D foodprinten lijkt nog vooral ingezet te worden voor fun en exclusiviteit. De Duitse snoepfabrikant Katjes heeft sinds kort bijvoorbeeld de Magic Candy Factory. Deze printer bevat patronen met sneldrogende winegum-grondstoffen. Consumenten kunnen met behulp van een speciaal ontwikkeld programma hun eigen vorm, smaak en kleur van het snoep bepalen. Nu is het er nog één printer, maar het doel is de printers in warenhuizen en pretparken te plaatsen, in een glazen kast, zodat consumenten het gehele productieproces kunnen volgen. Het printen van een snoepje duurt ongeveer 10 minuten en heeft een gewicht van 30 gram. Eén snoepje kost vijf euro. Niet goedkoop, wel haalbaar. Het bedrijf Choc Edge bracht onlangs de eerste commerciële 3D-chocoladeprinters op de markt, en ook 3DSystems en ChocaByte zijn ook van plan binnenkort met zo’n printer te komen. Met de ‘PancakeBot’, een initiatief van het Amerikaanse bedrijf StoreBound uit New York, maak je een gepersonaliseerde pannenkoek. “Wat opvalt is dat dit vooral op FDM-techniek gebaseerde printers zijn,” zegt Daniël. “Wij zijn bezig ook andere printers te ontwikkelen: printers waarmee we voedselstructuren kunnen beïnvloeden, die meer kunnen dan bestaande texturen namaken.
“We weten nu dat het mogelijk is om onder andere pasta, snoepjes en chocolade te printen; dat was 3 jaar geleden nog niet te realiseren. De 3D-printer moet geen apparaat worden dat na verloop van tijd steeds minder gebruikt gaat worden omdat het maar één kunstje kan,” vindt Daniël. “Als TNO zijn we al een stuk verder dan vorig jaar met andere 3D printers en het vinden van de juiste balans tussen formulering en printtechnologie. We hebben inmiddels een soort toolbox ontwikkeld, waardoor we veel sneller de juiste match vinden, het is niet meer een eindeloos trial-and-error systeem. De printer van de toekomst moet meerdere producten, dus ook verschillende structuren en texturen kunnen maken. Voor de ontwikkeling van díe techniek ben ik nu een consortium aan het opzetten, over een maand gaan we van start. Als bedrijven hier meer over willen weten en willen aansluiten, kan dat uiteraard.”
“De grote voedselbedrijven volgen de ontwikkelingen al jaren op de voet, maar de meesten hadden een afwachtende houding. Nu er bedrijven zijn die er echt mee naar buiten komen, zien we die houding veranderen. Wij kunnen een rol spelen in het bij elkaar brengen van mensen” aldus Daniël. “In de gesprekken schuiven ook wetenschappers van andere afdelingen van TNO aan: voedseltechnologen die zijn gespecialiseerd in formuleringen, vetten, eiwitten; de equipmentbouwers, ofwel de kenners van processen, staal, bouten en moeren; en mensen van de afdeling Strategic business analyses die onderzoeken wat bedrijven willen, wat voor hen van waarde is en welke strategie bij hen past. Het gaat dus niet meer alleen over de technologie, maar ook over de businesscases en businessmodellen. Enerzijds zetten we in op technische innovatie, op de benodigde ICT, op toebehoren als cartridges voor de printers en apps, anderzijds kijken we serieus naar de mogelijkheden voor vermarkting.”
Daniël is zichtbaar trots dat hij een bijdrage mag leveren aan deze ontwikkeling. “Het is fantastisch dat we als TNO met Nederland hierin een voortrekkersrol vervullen, want zeker is dat de ontwikkeling niet te stuiten is. Het printen van biefstukken voor de hele wereld is nog toekomstmuziek, maar ik zie zoveel kansen die wel haalbaar zijn. Bijvoorbeeld voor applicaties, ICT en printers voor het personaliseren van voeding voor evenementen. Bestaande infrastructurele ketens zullen veranderen, dat staat vast. En daarvoor moeten we in de hele keten de handen ineen slaan.”
Bron: TNO