Ooit - toen ik jong en wild was – reisde ik door Afrika, door gebieden waar ik nu voor geen prijs meer naartoe ga. Mensen stierven er bij bosjes in de Sahel-droogte, honger terroriseerde het gebied. Wat me echter het meest is bijgebleven, was het ontbreken van toiletpapier. Op een goed moment moet je toch tussen de struiken. En dan? Juist. Daarom is het de grootste belediging om Afrikaanse (en ook bijvoorbeeld Indiaase mensen) jouw linkerhand aan te bieden. Je geeft de rechterhand. De zuivere hand. Een perfect hygiënesysteem.
Wat doen wij Nederlanders? Wij brengen onze schoenen met wellicht een restje hondenpoep eronder naar de schoenmaker en stoppen op de terugweg in dezelfde tas onze verse spinazie.
Permanent vliegen er 150 tot 200.000 vliegtuigen boven ons hoofd, gevuld met miljoenen mensen die alle denkbare bacteriën en ziektes de gehele wereld over transporteren. Staan we eenmaal op de grond, dan zoenen we elkaar uitbundig. Geen mens die na een vlucht eerst zijn handen en gezicht wast. Maar zien we aansluitend in de supermarkt op Schiphol een product in de schappen liggen dat een halve dag over de THT-datum is, dan is de wereld te klein. Voedselveiligheid en menselijk gedrag liggen heel ver uit elkaar.
We eisen van de voedselfabrikanten dat ze ons eten door steriele marsmannetjes laten produceren. En wat doen we als consument? Zodra het inspanning en geld kost en de consument er zelf op wordt aangesproken, is het een ander verhaal. Het lijkt wel de C02-reductie: moeten we allemaal doen! Tot de portemonnee getrokken moet worden. Dan ligt het toch net even anders.
Herman Bessels is architect BNA bij Bessels architekten & ingenieurs BV
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2019