Als freelancer in food zie ik steeds meer kleinschalige producenten die, gedreven door passie, bijzondere producten maken. Ik ben heel gevoelig voor de passievolle producten van de kleine producenten. De kwaliteit is vaak bovengemiddeld hoog, het verhaal klopt en ze zorgen voor meer diversiteit in het schap.
Wel zie ik dat de etiketten van deze kleinschalige producenten niet altijd aan de eisen voldoen van de Warenwet. Meestal gaat het om onschuldige fouten, maar er zijn ook gevallen waar je van misleiding kunt spreken, zoals het weglaten van toevoegingen die minder mooi staan in de ingrediëntendeclaratie. Ook zie ik zo nu en dan gevaarlijke fouten, bijvoorbeeld allergenen die niet of niet juist vermeld zijn.
Omdat deze partijen klein zijn, vliegen ze veelal onder de radar van de NVWA. Het NVWA heeft beperkte budgetten en richt zich dan eerder op de grotere partijen waarbij een foutief etiket naar verhouding grotere schade kan aanrichten. Ook waakhonden als Foodwatch en de Consumentenbond richten hun pijlen meestal niet op de kleine ambachtelijke producenten.
Ik weet dat veel (kleine) producenten niet moedwillig fouten op het label te zetten. Het is vrijwel altijd onwetendheid; ze hebben zich er onvoldoende in verdiept of de wet verkeerd geïnterpreteerd. Hierbij vijf belangrijke etiketteringsregels, om de meest gemaakte fouten te voorkomen:
Het is geen hogere wiskunde, het maken van een goede declaratie; maar je moet je er wel even in verdiepen als je het goed wilt doen. Of schakel hulp in.
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2017