Op 3 juli 2024 hielden de COV/VNV, het ministerie van LNV en de NVWA een belangrijke bijeenkomst over de EU-ontbossingsverordening (EUDR Vo 1115 – 2023) en de impact op de Nederlandse rundvleessector. De Europese verordening, die ontbossingsvrije productie vereist, brengt aanzienlijke administratieve verplichtingen met zich mee voor de rund- en kalfsvleessector.
De nieuwe regelgeving stelt dat marktpartijen moeten aantonen dat hun producten niet hebben bijgedragen aan ontbossing. Dit gebeurt via een zorgvuldigheidsverklaring (Due Diligence, DDS). Deze verplichting legt een zware administratieve last op veehouders en bedrijven. Elke melkveehouder die een kalf levert aan een handelaar, moet een DDS opstellen. Bij complexere producten zoals een T-bone steak kunnen meerdere DDS-en nodig zijn. Ook een partij rundersnippers kan uit verschillende partijen bestaan, wat nog meer DDS-en vereist. Het stroomschema toont wanneer de EUDR van toepassing is.
De COV pleit voor een licht en werkbaar regiem binnen de EU-regeling voor ontbossingsvrije producten. Gezien de geringe risico’s voor ontbossing door de Nederlandse productie van rund- en kalfsvlees, moeten de administratieve verplichtingen zo licht mogelijk zijn. De focus moet liggen op de stappen in de keten die het meest directe effect op ontbossing hebben.
De COV vraagt de overheid om uitstel van de inwerkingtreding van de EUDR en om aanpassingen voor een eenvoudiger systeem. Dit geldt met name voor laagrisicolanden binnen de EU. En Nederland moet niet voorop lopen en pas overgaan tot uitvoering als andere EU-landen ook gereed zijn. Deze benadering is cruciaal omdat Nederland niet zelfvoorzienend is in rundvlees en veel vlees importeert uit omliggende landen, wat het moeilijk maakt om aan de DDS-eisen te voldoen zonder een gemeenschappelijk Europees systeem.
Bron: COV
Vakblad Voedingsindustrie is mede mogelijk gemaakt door:
© COPYRIGHT 2024 VOEDINGSINDUSTRIE | ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
Powered by Wallbrink Crossmedia © 2024
