Koel- en/of vriesinstallaties zijn niet weg te denken uit de huidige voedselproductie: ze zijn essentieel voor het verbeteren van de houdbaarheid en voedselveiligheid. Die noodzakelijke koeling kost veel energie, dus geld. Bovendien is er voor het gebruik van koudemiddelen allerlei wet- en regelgeving. Ofwel: koeltechniek is een vak apart.
“Techniek is exact: het functioneert wel of niet’,” begint Domagoj Gobac van Go Consulting nuchter. “Een koeling die niet goed werkt, is een heel dure investering. Bij installateurs is ‘Zegt u maar wat u wil hebben, wij maken wij het’, geen ongebruikelijke houding. Maar weet de klant wel precies wat hij nodig heeft? Daarbij komt dat een installateur doorgaans gefocust is op zijn eigen levering: die koelinstallatie. In hoeverre de gekozen koeltechnische oplossing past binnen het proces en andere disciplines binnen het project, is niet zijn pakkie-an. Dat kan voor problemen zorgen.”
Als Domagoj wordt ingeschakeld begint hij met het helder krijgen van de behoeftes van de klant, door kritische vragen te stellen: “Het stellen van vragen helpt mij het proces te begrijpen en te doorgronden, en vervolgens samen met de opdrachtgever zijn ‘koelbehoefte’ zo exact mogelijk te definiëren. Hoe ziet het proces eruit? Wat moet er gekoeld worden, hoeveel, in welke tijdspanne en op welke temperatuur? Tegelijkertijd is dat voor de opdrachtgever een moment om zijn proces nog eens kritisch te analyseren en mogelijk te optimaliseren. Een antwoord als ‘zo doen wij het altijd’ is niet acceptabel. Mijn doel is breder en overkoepelend naar het geheel te kijken, verbindingen te zien en de verschillende onderdelen passend te maken.”
Die ‘koelbehoefte’ vertaalt Domagoj vervolgens naar concrete koeltechnische oplossingen. “Bij het bepalen van de meest optimale oplossing neem ik diverse aspecten mee in de overweging”, legt hij uit. “Behalve natuurlijk de techniek, komen daarbij ook andere zaken aan de orde, zoals investering, onderhoud, duurzaamheid, subsidiemogelijkheden, toekomstige ontwikkelingen, de reinigbaarheid van componenten voor een optimale hygiëne, enzovoort.” Zijn ervaring, opgedaan in eerdere projecten, speelt hierbij een belangrijke rol. Na de goedkeuring door de opdrachtgever verwerkt hij de oplossing in een bestek, een programma van eisen waar installateurs op kunnen inschrijven. Domagoj benadrukt dat de installateurs, door hun specifieke kennis, vaak een belangrijke creatieve inbreng hebben in deze fase. “Reden dat ik altijd open sta voor alternatieven of aanpassingen mits met goede argumenten onderbouwd.”
Hij controleert of de aanbiedingen technisch kloppen en de prijzen marktconform zijn, zodat de opdrachtgever een goede beslissing kan nemen. Voor welke techniek of installateur de opdrachtgever uiteindelijk kiest, heeft voor Go Consulting geen financiële gevolgen. Zo blijft het advies objectief en onafhankelijk. Tot slot is het handig, zo stelt Domagoj, als er tijdens de uitvoering iemand op toeziet dat de levering conform de gemaakte afspraken verloopt. “Ik hou niet van ‘open einden’ en wil, voordat de opdracht wordt verstrekt, alle vragen gesteld en beantwoord hebben. Dan weet iedereen waar hij aan toe is. Hierdoor verloopt de uitvoering in de regel zonder grote hobbels.”
Domagoj Gobac
Soms wordt Domagoj bij een project binnengehaald voor een second opinion. “Zoals bij een recent project. De installateur had een keurige offerte gemaakt. De installatie was bedoeld voor het conditioneren van verschillende productie- en opslagruimtes en het koelen van proceswater. Tijdens de controle kwam ik erachter dat: de koelcapaciteit van de productiemachines, opgegeven door de leverancier, circa 20% te ruim was; dat vervuiling en vetdeeltjes in het proceswater waarschijnlijk last zullen veroorzaken bij de gekozen koelmethode; en dat de luchtbehandelingskast en luchtkanalen in de productie (high-care) een, laat ik zeggen ‘stevige uitdaging’ voor de dagelijkse schoonmaak zullen vormen. In samenspraak met de installateur is het ontwerp aangepast. Resultaat: ongeveer 10% besparing op de investering. Dat vind ik prettig werken; als je samen tot een betere oplossing en een optimaal resultaat komt.”
De meest significante ontwikkeling in koeltechniek van de afgelopen jaren is de toepassing van CO2, vertelt Domagoj Gobac. “Het gebruik, en daarmee ook het aanbod ervan, is de laatste jaren flink toegenomen. Er zijn meer leveranciers en een ruimere keuze aan componenten. Daardoor zijn er meer mogelijkheden in het ontwerp. Deze toename hangt samen met het feit dat de F-gassen wetgeving aangescherpt is. Sinds 1 januari 2020 wordt gekeken naar de hoeveelheid koudemiddel in een installatie en de bijdrage die dit middel aan het broeikaseffect (Global Warming Potential, ofwel GWP) levert. De GWP is het opwarmingseffect gerelateerd aan het effect van CO2 en wordt uitgedrukt in kg CO2 equivalent per kg koudemiddel. Voorbeeld: freon 507 heeft GWP 3.985. Het betekent dat 1 kg freon 507 dezelfde bijdrage levert aan het broeikaseffect als 3.985 kg CO2. Net als ammoniak en propaan is CO2 een natuurlijk en daarom een duurzamer koudemiddel. De overheid geeft bij de aanschaf van nieuwe installaties die hierop werken een steuntje in de rug met subsidies. Mede hierdoor staan CO2 installaties op een nagenoeg zelfde prijsniveau als freoninstallaties.”
Beeld: © FOTOGRIN/Shutterstock.com
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie juni 2020