Roland ten Klooster is verpakkingsconsultant en buitengewoon hoogleraar Verpakkingsontwerp en Management. Toen hij in de jaren tachtig industrieel ontwerp studeerde, was het ontwerpen van verpakkingen voor voeding in Nederland een vak dat nog niet veel aandacht kreeg.
Roland ten Klooster: ‘Wat ik opvallend vind, is dat veel levensmiddelenbedrijven geen verpakkingskundige in dienst hebben’
Dat is sindsdien veranderd. Ten Klooster stelt vast: "De belangstelling is echter deels negatief. Veel verpakkingen van voedsel en drank krijgen het verwijt niet duurzaam te zijn en dat is vaak ten onrechte. De industrie maakte de afgelopen decennia grote vorderingen op weg naar duurzaamheid, al zijn de stapjes waarmee dat gebeurt klein."
“Het belangrijkste dat een verpakking moet doen, is het product beschermen. Tegelijkertijd is dat een taak waarvan de consument de waarde onderschat. Verpakte sla bijvoorbeeld is makkelijk en hygiënisch mee te nemen. De sla is bovendien al industrieel gewassen en je weet dat dat in een efficiënt en veilig proces gebeurt. Het netto resultaat is dat je minder weggooit en dat de sla langer houdbaar is.”
“Daar ligt een taak voor de voedingsindustrie, die zou de waarde en functie van verpakking beter moeten uitleggen. Ik heb al eens voorgesteld daar in de klantenmagazines van de supermarkten aandacht aan te besteden. Je kunt met eenvoudige concrete voorbeelden vooroordelen over verpakkingen op losse schroeven zetten. De folie om de komkommer bijvoorbeeld, scheelt drie dagen in de houdbaarheid, zodat veel minder komkommer verspild wordt.”
“De voedingsindustrie bereikt voortdurend verbetering, onder meer in de vermindering van de hoeveelheid materiaal die wordt gebruikt. Maar het gaat wel langzaam, dat vind ik ook. Dat de veranderingen niet sneller verlopen, komt onder meer door de vele stappen in het proces van verpakken. Willen we de hoeveelheid blik in een conservenverpakking terugdringen, dan hebben we om te beginnen dunnere rollen staal nodig uit de fabriek. Met andere woorden, voordat je dunner blik kunt verwerken, moet ook het proces bij Tata Steel afgestemd zijn op de nieuwe vraag. Verder heeft een verpakking vele functies, die moeten in samenhang bekeken worden. Kijk je over een langere periode, dan zie je dat er resultaten zijn geboekt in hergebruik en beperking van grondstoffenverbruik. De petflessen gemaakt uit gebruikt materiaal zijn inmiddels zo dun dat de grens is bereikt. De tweeliterflessen klappen bijna dubbel als je schenkt.”
‘Verpakkingen worden persoonlijker en duurzamer’
Prof. dr. ir. Roland ten Klooster is één dag in de week werkzaam als buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Twente. Hij onderzoekt de rol van verpakking in duurzaamheid, ontwerpen van verpakkingen die de koper convenience bieden en de invloed van het verpakkingsontwerp op de consumentenkeuze. Zijn leerstoel wordt gefinancierd door NVC Nederlands Verpakkingscentrum. Daarnaast werkt hij voor Plato product consultants als adviseur. Dat bedrijf richtte hij in 1991 op na een periode als verpakkingsontwerper te hebben gewerkt voor Heineken.
De consument/burger heeft de indruk dat de problemen alleen maar groter worden. Ik denk bijvoorbeeld aan de plastic soep in de oceanen. Mensen maken zich daar zorgen over.
“Dat is natuurlijk ook iets waar we ons zorgen over móeten maken en we iets aan moeten doen. Het is wel zo dat de verpakkingsindustrie hier maar beperkt invloed op heeft. Negentig procent van de soep komt uit vier landen: China, India, Vietnam en Indonesië. Daar is geen systeem voor het inzamelen van gebruikte verpakkingen, zoals wij dat wel hebben. Ons systeem functioneert goed. Zo goed, dat het invoeren van statiegeld zou betekenen dat we veel geld investeren in een relatief kleine opbrengst. Aan de achterkant, aan de ontwerpkant, is er wel het probleem van de combinaties, zoals in laminaten. Die maken het inzamelen en opnieuw gebruiken van materialen moeilijk. Dat is iets waar ontwerpers consequenter rekening mee moeten houden.
De ontwerpers hebben het niet alleen voor het zeggen. De verpakkingsontwerper legt een voorstel op tafel en het is de marketeer die kiest. De duurzaamheid van het ontwerp speelt mee, doorslaggevend zijn echter de kosten - de vereiste investering in machines, de time to market - en de verwachte verkoopcijfers. Het is uiteindelijk de consument die beslist over de duurzaamheid van de verpakking. De supermarkt is het levend laboratorium waar de consument een keuze maakt. Die keuze is voor een deel een emotionele. Zij of hij kiest voor verpakkingen die er misschien duurzaam uitzien, maar het niet per se zijn, zoals de populaire paperlook. Minder consumenten zullen straks ook de producten kopen van merken die geassocieerd worden met de plastic soep."
"We leren de nieuwe ontwerpers wat werkelijk duurzaam is, maar de echt duurzame ontwerpen komen er niet altijd door. Wat ik opvallend vind, is dat veel levensmiddelenbedrijven geen verpakkingskundige of ontwerper in dienst hebben. Vooral in het MKB zie ik dat de rol wordt waargenomen door een inkoper of een procesman of -vrouw. Terwijl de verpakkingsexpert zich terugverdient. Ik moet daar bij vertellen dat veel afgestudeerde industrieel ontwerpers met verpakking in hun bagage in andere disciplines terechtkomen, door het grote tekort aan technici.”
"Online natuurlijk, waarvoor de verpakkingsoplossingen steeds beter worden. Het fenomeen van de grote verpakking voor een klein product zie je minder, verpakkingen worden persoonlijker, gericht tot de individuele koper - bijvoorbeeld met een kaartje: bedankt voor je aankoop. En duurzamer. Verder zie je dat meer kleine marktpartijen zelf hun verpakkingen ontwerpen, zoals brouwers. Die trend zal zich verder doorzetten."
"De deksel die we voor de glazen potten Hak hebben ontworpen, de '1-2 open deksel'. Niet alleen eenvoudig in gebruik - zonder kracht open te draaien, maar ook gemaakt met een minimum aan materiaal. Recyclebaar en gemaakt van gerecycled materiaal. (Plato product consultants won hiermee de verpakkingsprijs de Gouden Noot, red.).
Bron: © Roland ten Klooster