Boeren die op grote schaal plantaardige eiwitten telen en consumenten die twee keer zoveel peulvruchten eten lijkt iets voor de verre toekomst, maar het is haalbaar binnen zes jaar. Dit stellen de vijf initiatiefnemers van het masterplan ‘Economically-Powered Protein Transition through Innovation in Chains’ (EPPIC).
Deloitte berekende dat het plan € 2,6 miljard aan economische activiteit katalyseert en aanzienlijk bijdraagt aan het behalen van klimaat- en natuurdoelen. Bovendien levert het verdienvermogen voor de Nederlandse boeren op. Namens de vijf initiatiefnemers en 82 partners diende het ministerie van LNV een aanvraag in bij het Nationaal Groeifonds.
De ambitie van de betrokken partijen is om de inname van peulvruchten in Nederland te verdubbelen vóór 2030. Om dat doel te halen, zetten zij in het masterplan in op de landbouw, de voedingsindustrie en de consument. Voor boeren is het plan gericht op economische haalbaarheid bij het telen van gewassen met veel plantaardige eiwitten, zoals sojabonen, erwten, veldbonen en lupine. Daarvoor moet de opbrengst per hectare omhoog en de bestrijding van plant en teelt-ziektes verbeteren. De voedingsindustrie heeft behoefte aan kennis om hun productieprocessen om te schakelen van geïmporteerde sojaboon naar Nederlandse peulvruchten.
Bij de consument draait het om het veranderen van de fysieke omgeving, zoals het aanbod in de supermarkt of items op een menu. Daardoor komt iedereen op meer plekken in aanraking met plantaardige eiwitten. Dit zou de keuze makkelijker kunnen maken. Gezondheidsaspecten krijgen ook aandacht in het onderzoek.
EPPIC brengt lopend onderzoek en andere bestaande initiatieven samen en vult ontbrekende kennis aan om de eiwittransitie te versnellen. De import van soja kan met een derde worden teruggebracht. De economische voordelen gaan bovendien gepaard met aanzienlijke milieuvoordelen, waaronder een vermindering van 640 miljoen kg CO2 equivalente emissies, een vermindering van 10 miljoen kg stikstof en een vermindering van het landgebruik met 7% voor het Nederlands voedselpatroon.
De opgedane kennis heeft tot slot niet alleen in eigen land betekenis, maar is van waarde voor de eiwittransitie wereldwijd.
De vijf initiatiefnemers zijn Wageningen Universiteit & Research, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie, Larive International B.V. en Next Food Collective.
Bron: LNV