In de strijd tegen ontbossing heeft de Europese Unie onlangs een verordening aangenomen. Deze verordening legt de lat hoger voor duurzame inkoop van verschillende grondstoffen en zal daarom aanzienlijke gevolgen hebben voor tal van voedingsbedrijven, aldus de ING. Met deze verordening zet de EU een belangrijke stap richting een duurzamere toekomst.
De verordening verplicht bedrijven ervoor te zorgen dat goederen die de EU-markt binnenkomen of verlaten niet afkomstig zijn van land dat na 31 december 2020 is ontbost. Om hieraan te voldoen, moeten zij de grondstoffen en producten kunnen traceren tot op het perceel of de percelen waar zij zijn geproduceerd. De bevoegde autoriteiten in de EU-lidstaten zullen verantwoordelijk zijn voor de inspectie van binnenkomende goederen. Het inspectieniveau wordt gebaseerd op een risicoclassificatie die de verplichtingen van bedrijven en autoriteiten bepaalt.
De nieuwe EU-verordening heeft betrekking op de invoer van zeven goederen, waaronder rundvlees en leer, koffie, cacao, palmolie en soja, plus de van de handel afgeleide producten zoals chocolade, gemalen koffie, schoenen en banden. Zowel de invoer als de uitvoer van deze producten is goed voor 85 miljard euro aan handel. Aan de invoerzijde gaat het om ongeveer 60% van de totale landbouwinvoer van de EU, die in totaal bijna 120 miljard euro bedraagt.
Een van de belangrijkste vragen is welk deel van de huidige handel niet aan de verordening zal voldoen. Om die vraag te beantwoorden is het nuttig drie soorten handelsstromen te onderscheiden:
Vanwege de recente afsluitingsdatum zal het aandeel landbouwgrond in de uitvoerende landen dat als "recent ontbost" kan worden aangemerkt, in het begin vrij klein zijn. Zo wordt geschat dat 1,5-2% van alle voor landbouwproductie gebruikte grond in Brazilië en Indonesië in 2023 als recent ontbost kan worden aangemerkt. Dit percentage zal in de loop van de tijd licht stijgen zolang de ontbossing doorgaat.
Bedrijven in de hele voedsel- en drankenindustrie zullen vanwege de verordening meer informatie van hun leveranciers, vaak grote handelaren, nodig hebben om de herkomst van producten te verifiëren. Handelaren zullen dus moeten nagaan bij welke landbouwbedrijven zij (in)direct inkopen. Ondertussen zullen de Europese kopers van levensmiddelen specifieke richtsnoeren in hun aankoopstrategieën moeten opnemen om ontbossinggerelateerde producten te kunnen uitsluiten. Veel van de betrokken handelaren en levensmiddelenproducenten, vooral de grotere, hoeven niet bij nul te beginnen omdat zij al betrokken zijn bij initiatieven inzake duurzame bevoorrading. Bovendien zijn er veel openbare datasets en onderzoeksartikelen beschikbaar, evenals softwareoplossingen die helpen de stromen te traceren.
Bron: ING