Bouwen en renoveren: Veiligheid boven alles
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Bouwen en renoveren: Veiligheid boven alles

  • 20 juni 2022
  • Door: Judith Witte

In de voedingsindustrie is er áltijd behoefte aan uitbreiding en renovatie. Voedselveiligheids- en duurzaamheidseisen worden strenger, wetgeving verandert. Heb je het over bouwen en verbouwen, dan ontkom je niet aan een gesprek over duurzaamheid en circulariteit. Maar er zijn meer ontwikkelingen die de bouw beïnvloeden. We praten erover met drie experts.

‘Waar of niet waar: koel- en vrieshuizen zijn enorme energieslurpers’

Vanaf 2023 is élk kantoor groter dan 100m3 verplicht om energielabel C te hebben; anders mag deze niet meer verkocht of verhuurd worden (Energieakkoord 2013). Nieuwe gebouwen moeten al sinds vorig jaar voldoen aan de ‘Bijna Energieneutrale Gebouw Eisen’ (BENG-eisen). Daarin staan onder meer harde eisen voor de isolatie van een gebouw en dat je rekening moet houden met de milieubelasting van gebruikte materialen. In 2040 moet de maatschappelijk vastgoed portefeuille in Nederland helemaal circulair en energieneutraal zijn, in 2050 de bouw CO2-arm (Klimaatakkoord 2019). 

Vergunningen

Wie wil bouwen, moet een vergunning aanvragen bij de gemeente. Dat gaat veranderen met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Naar verwachting treedt de wet op 1 januari 2023 in werking, tegelijk met de nieuwe Omgevingswet. Daarin worden tientallen wetten en honderden regels samengevoegd tot één nieuwe wet. De bedoeling is dat bouwen makkelijker gaat worden, maar het duurt nog even voor de wet ook geldt voor de utiliteitsbouw. “Tot die tijd zorgt het huidige traject van het aanvragen van vergunningen voor veel stress en onzekerheid bij ondernemers”, signaleert Hendrik Ruys, directeur van de Ruys Groep - specialist in bedrijfsvloeren en expert in het realiseren van vloeren in de voedingsindustrie. “Bovendien is het vinden van geschikte locaties om te bouwen de laatste jaren steeds lastiger geworden. Daarom kiezen ondernemers vaker voor renoveren en uitbreiding op hun huidige locatie, dan voor complete nieuwbouw.” 

Wat zijn op dit moment de belangrijke aandachtspunten bij uitbreidingen, renovaties en nieuwbouw? We praten erover met Cordy Volkers, senior projectleider en mede-eigenaar van Bessels Architekten - totaal-regisseur van plan tot uitvoering, met Jack Pluim, eigenaar van Jackit uit Beekbergen - gespecialiseerd in het compleet renoveren en vervangen van wanden en plafonds in de voedselproducerende industrie, en met Hendrik Ruys. 

Duurzaam bouwen 

“Een duurzame vloer is een vloer die zeer lang meegaat en waarvan de eigenschappen passen bij het gebruik van de vloer”, stelt Hendrik.
“Maar duurzaam bouwen kan op veel manieren,” vult Cordy aan. “Door zo efficiënt mogelijk om te gaan met de schaarse ruimte in Nederland. Door het integreren van de juiste systemen en automatisering. Door modulaire systemen toe te passen die je kunt demonteren en hergebruiken. Door zonnepanelen op het dak te leggen voor het opwekken van energie. Door restwarmte uit de koeling te benutten voor kantoorklimatisering. En er komen ook steeds meer circulaire bouwmaterialen.”
“Zoals Sealwise WCB,” zegt Jack. “Dit materiaal is volledig circulair, want het is gemaakt van gerecyclede en recyclebare PVC. Het is niet goedkoop, maar toch al snel voordeliger en efficiënter dan bijvoorbeeld tegels of materialen op houtbasis. Dat heeft deels te maken met besparingen op vervanging, onderhoud en reiniging.” Een belangrijke reden dat hij een exclusieve samenwerkingsovereenkomst met Sealwise Nederland heeft gesloten. Ook Jack ziet steeds meer duurzame en energiebesparende maatregelen terug in zijn renovatieprojecten: “In Deventer werkten we bijvoorbeeld mee aan een distributiecentrum voor ALDI. De complexe installaties die ervoor zorgen dat de koel- en vriescellen op temperatuur blijven, worden aangedreven door 8.244 zonnepanelen op het dak. De restwarmte van de koel- en vriescellen wordt gebruikt om de kantoren te verwarmen.”

“In die duurzaamheidsdiscussie hoor ik vaak de kritiek dat koel- en vrieshuizen enorme energieslurpers zijn, en dus niet duurzaam”, reageert Cordy. “Het tegendeel is waar! Suikerbieten, appels, vlees en vis; alles zou veel sneller bederven als we het niet kunnen koelen of invriezen. Door het tegengaan van voedselverspilling dragen ze juist bij aan duurzaamheid. Een goede isolatie is daarbij essentieel. Een paar jaar geleden kwam ik in een vrieshuis dat eerder een winterwonderland was. Overal ijsafzetting, prachtige ijspegels. Dat wil je natuurlijk niet. Heb je eenmaal ijsafzettingen op je koeler, dan loopt die qua rendement enorm terug en je energievraag flink op. IJsafzetting ontstaat door lekkages door slechte kierdichtingen en koudebruggen. De grootste lekken zijn deuren en toegangen, daar moet je zorgen voor luchtgordijnen of snelroldeuren. Om kieren en naden te lokaliseren, zodat we die kunnen na-isoleren, maken we gebruik van blowerdoor- en thermografisch onderzoek.” 

Cordy Volkers (©Negin Zendegani)

Klantbeleving

Naast de focus op duurzaamheid, ziet de architect de aandacht voor klantbeleving toenemen; ook in en om het gebouw. “Zo wilde een bakkersbedrijf in hun nieuwe pand klanten kunnen meenemen in het productieproces én ze de mogelijkheid bieden nieuwe producten en productsamenstellingen direct te maken en proeven”, blikt Cordy terug. “Het kantoor met Experience Centre kreeg een centrale ligging in het ontwerp, zodat van daaruit goed zicht is op de processen in de bakkerij. Het is geheel uit hout opgetrokken en kreeg een interne oase die functioneert als groene long van het gebouw. Voor de entree kwam een als akkerland vormgegeven ecologische tuin. We kunnen overigens niet álle wensen van opdrachtgevers of omwonenden waarmaken. Natuurinclusief en biobased bouwen is goed in te passen in een kantooromgeving, maar schuurt soms met de voedselveiligheidseisen in een foodfabriek. Voedselveiligheid gaat altijd voor.”

Voedselveiligheid

“Ook dát is een reden waarom ik de samenwerking ben aangegaan met Sealwise,” zegt Jack. “Kijk, zolang het heel is kun je niks zeggen van gewoon pvc. In de dagelijkse praktijk komen er echter altijd krasjes op de wanden. Daarin kan zich vuil ophopen. Wetenschappelijke tests wijzen uit dat virussen en bacteriën geen enkele kans krijgen op Sealwise WCB door de gesloten cel-technologie waarmee de panelen worden gemaakt. Op de toplaag wordt bovendien een methode toegepast die iedere vorm van virus- en bacteriegroei voorkomt en elimineert.”

‘Met renoveren weet je nooit wat je tegenkomt’ 

Hendrik: “Als het gaat om hygiëne, voedselveiligheid en antislip heeft iedere industrie zijn eigen specifieke aandachtspunten. Daarom willen we van tevoren zo veel mogelijk weten over de processen die er in de fabriek plaatsvinden. In de vleesindustrie moet een bedrijfsvloer bestand zijn tegen bijtende stoffen zoals bloed en vetzuren. Bij het verwerken van vis wordt gewerkt met zoutoplossingen, veel water en ijs; bij de verwerking van groenten en fruit kunnen er agressieve sappen vrijkomen en bij de productie van brood en banket is er sprake van sterke temperatuurwisselingen door ovens en koeling. In alle sectoren zien we vaak intensief verkeer van heftrucks, palletwagens en steeds vaker ook augmented guided vehicles (AGV’s). Een slijtvaste en sterke industrievloer is dan onmisbaar.”
“Vergeet de stootranden en wandbescherming niet!” reageert Jack. “Onlangs plaatsten we bij Totaalvers in Spijkenisse in opdracht van jullie bijna 700 meter stootrand. Dat was aanvullend op vele meters Ruys RVS stootbanden die daar zijn geplaatst. Voor een optimale wandbescherming is zelfs gekozen voor een dubbele bescherming: één op een hoogte van 30 cm en één op 60 cm, om beschadigingen aan de wanden te voorkomen.”
Hendrik lacht: “Klopt, het moet hufterproof zijn. Medewerkers op heftrucks rijden nu eenmaal niet voorzichtig en met beleid rond. Ze zijn bezig met ‘gas geven’. Waar nodig verbinden wij onze stootbanden daarom met doken of ankers aan de constructievloer. En om een nóg steviger effect te creëren, gieten we een speciale betonmortel in de constructie.”

Zowel Hendrik als Cordy benadrukken het belang van het onder afschot leggen van de vloeren en op de juiste plekken plaatsen van putten, zodat een vloer plasvrij blijft. “Wij besteden daarom in de ontwerpfase veel tijd aan de detaillering en bijvoorbeeld ook voor het bepalen van de locaties voor putten in een envelopvloer”, zegt Cordy.
Hendrik: “Mij valt het wel op dat men soms het belang onderschat van afschot. Of dat ze denken dat je daarmee een heel scheve vloer maakt, terwijl het maar om een paar centimeter gaat over een groot oppervlak. Het lukt ons dankzij meer dan 45 jaar ervaring om een plasvrije vloer te realiseren met slechts 1% afschot. Vorig jaar hadden we een klant die pertinent géén afschot wilde in een van zijn hallen. ‘Daar komt namelijk nooit water’, stelde hij. Na een paar maanden bleek hij toch een probleem te hebben met water dat bleef liggen. Ook al was het niet onze fout, toch baalde ik ervan. Vooral omdat ik me had laten verleiden die vloer toch zonder afschot te leggen.”
Cordy: “Daarnaast draagt het ook bij aan de hygiëne als je ervoor zorgt dat de ‘vuile jongens en meiden van de TD’ zo min mogelijk op die productievloer aanwezig hoeven te zijn. Zeker bij nieuwbouw zorgen we in het ontwerp daarom voor een beloopbaar plafond. Daarmee zorg je ervoor dat alle kabels en leidingen boven het plafond zitten en de TD makkelijk en veilig bij de installaties kan komen.”

Arbo-veiligheid

Een ruwe vloer met antislip; of een gladde die makkelijker reinigbaar is? 
Hendrik: “Ja, die twee eisen staan soms op gespannen voet met elkaar. De veiligheid van de mens staat altijd met stip op één. Als er iemand uitglijdt en een arm breekt, of een palletwagen een meter doorglijdt, kost dat veel meer dan de schoonmaak die wat langer bezig is. In de praktijk zijn ‘bacteriedood’ en ‘schoon’ schijnbaar wel twee heel verschillende zaken. Het lab kan wel zeggen dat na testen de ruimte bacterievrij is, maar ik zie nog steeds een vloer die smoezelig is, bijvoorbeeld doordat schuim na reiniging niet goed wordt weggespoeld. De vloer verliest daardoor ook een deel van z’n antislip trouwens. Laatst wees ik een klant daarop, waarop ze écht gingen schrobben en schoonmaken. ‘Goh, de vloer is veel roder dan we dachten!’, reageerde hij.” 

Hendrik adviseert klanten altijd om eerst eens te gaan kijken bij een collega, of te vragen naar diens ervaring, voor ze een nieuwe vloer aanschaffen, “om het verschil te zien tussen een vloer van ons en die van een andere aanbieder”, verklaart hij. “We kunnen állemaal wat moois opleveren, maar het is veel interessanter te weten hoe een gebouw of vloer eruit ziet bij intensief gebruik; na een jaar of vijf. Een valkuil is wel dat producenten vaak denken dat hún personeel schoner werkt en voorzichter met heftrucks en palletwagens rijdt dan bij de buurman.”
Wat foodproducenten op dit moment nog niet veel bij hun collega’s zien, is een voegloze dilatatie; een innovatie die de Ruys Groep pas onlangs op de markt heeft gebracht. “Als je twee gebouwen met elkaar verbindt, moet daar een beetje ruimte tussen zitten; beton krimpt en zet uit”, legt hij uit. “Nu hebben we een materiaal ontwikkeld waarmee we vloeiende vloerovergangen kunnen maken, geschikt voor zowel de horizontale werking met betrekking tot krimp en uitzet, als voor de verticale werking qua belastbaarheid.”

Hendrik Ruys en Jack Pluim (©Koos Groenewold)

Brandveiligheid

Naast voedsel- en arboveiligheid is er ook nog het brandveiligheidsaspect. Het Bouwbesluit stelt daarover strenge eisen aan de toegepaste constructies in gebouwen. “Sealwise heeft brandklasse B-s1-d0,” vertelt Jack: “B-constructies worden geclassificeerd als bijna onbrandbaar, s1 betekent dat de constructie een geringe rookontwikkeling heeft en d0 houdt in dat de constructie bij brand geen enkele druppelvorming vertoont.” Hij vertelt over een project waar voor een renovatie gewone pvc panelen waren gebruikt. “Bij de keuring voor de brandverzekering bleek dat alles moest worden vervangen. Daarna kwamen wij in beeld. Mijn tip: kijk niet alleen naar de prijs die je nú betaalt bij een bouw- of renovatieproject, maar naar de total cost of ownership (TCO).”

Verrassingen

Jack: “Met renoveren weet je nooit wat je tegenkomt. Laatst waren we bezig met het renoveren van een snelkoeler, toen we ontdekten dat ook het plafond helemaal vervangen moest worden. Dan moet je snel kunnen schakelen. Je moet in deze branche begrijpen dat de klant dóór moet, zo min mogelijk downtime wil. Voor ons betekent dat dat we ook ’s nachts en in de weekenden doorwerken aan renovatie- en bouwprojecten.”

Cordy: “Ik hou niet zo van verrassingen als het gaat om bouwen; een belangrijke reden waarom we, in een multidisciplinair team veel tijd steken in analyse, vooronderzoek en de technische uitwerking. Hoe eerder we kunnen meedenken met de opdrachtgever, hoe beter we kunnen inventariseren wat we móeten en kunnen doen, en wat we moeten laten.” 

‘Ik zie op de bouw dat er steeds meer écht naar elkaar wordt geluisterd’

Hendrik benadrukt daarbij het belang van een goede coördinatie tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij bouwprojecten. “Ik zie op de bouw dat er steeds meer écht naar elkaar wordt geluisterd, een heel positieve ontwikkeling. Vroeg in het proces samenwerken, elkaar te hulp schieten als het nodig is, elkaars vakkennis en expertise erkennen. Je ook kwetsbaar durven opstellen, durven toegeven wat je níet weet. Het bespaart een hoop ellende op de langere termijn.”

Hoofdbeeld: ©Blue Planet Studios/Shutterstock.com

Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2022