Al het vlees duurzaam
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Al het vlees duurzaam

  • 10 februari 2015
  • Door: Judith Witte

De vleessector verandert. Aan de beschikbaarheid van vlees worden in onze huidige maatschappij steeds meer condities gesteld. In veel huishoudens is vlees nog steeds een belangrijk deel van de hoofdmaaltijd, maar staat het niet meer vanzelfsprekend op het menu. ‘De stap naar duurzaam en diervriendelijk is moeilijker te zetten dan velen denken, zeker als het doel is een hele sector tot verandering aan te zetten’, stelde de Commissie Van Doorn in het rapport ‘Al het vlees duurzaam’, dat in 2011 verscheen. ‘Het realiseren van de condities waaronder een veehouder op maatschappelijk geaccepteerde manier zijn dieren houdt, vereist een omslag. En niet alleen in de veehouderij, maar in de gehele samenleving,’ zo staat in het rapport. Inmiddels zijn we vier jaar verder: de omslag naar een duurzame vleessector is in gang gezet.

Duurzaamheid is een breed begrip. Wat betekent het voor de COV?

“Als overkoepelend orgaan heeft de COV een eigen visie op duurzaamheid voor de vleessector,” zegt Jos Goebbels. “De dierlijke productieketen is zich steeds meer bewust van haar positie in de maatschappij, het belang van draagvlak in de samenleving, en het belang van het sluiten van de kringlopen. Duurzaamheid voor de vleessector is gericht op het zodanig inrichten van de productieketen dat er zo min mogelijk afwenteling plaatsvindt; dus zoveel mogelijk van het dier voor humane consumptie beschikbaar maken, en het tegengaan van voedselverspilling. We streven ernaar om zuinig te zijn op natuurlijke hulpbronnen als bodems, ecosystemen en delfstoffen. Ook de welzijn van het dier wordt meegenomen. Dit duurzaamheidstreven wordt uitgedrukt in goede zorg voor de 3 P’s’ people, profit en planet.”

In het project ‘Ketentransitie Verantwoorde Soja’ werkt de gehele productieketen van dierlijke producten in Nederland samen. Het project wordt ondersteund door het Wereld Natuur Fonds, Natuur & Milieu en Solidaridad. De ambitie was om vóór 2015 over te schakelen op 100% verantwoorde soja. Is die ambitie gehaald?

Goebbels: “Verantwoorde soja is vooral goed voor de boer en duurzaamheid in productielanden; daarom kiezen wij ervoor. Soja speelt vooral bij het voeren van varkens. Het COV heeft een samenwerkingsverband met Nevedi (De Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie red.) en de leveranciersafspraken met de diervoerindustrie en de veehouderij zijn opgenomen in ketenkwaliteitssystemen. In 2015 overschakelen naar 100% verantwoorde soja was een belangrijk gezamenlijk criterium bij de centrale inkoopvoorwaarden van de Nederlandse supermarkten (CBL) in het kader van het ‘Varken van Morgen.’ De Nederlandse diervoederindustrie gebruikt vanaf 2015 alleen nog duurzame (RTRS-gecertificeerde) soja. Ons doel is dus bereikt. Tenminste; voor zover het varkens in Nederland betreft. Wij hebben geen zeggingskracht over biggen en varkens die naar het buitenland worden geëxporteerd. Onze ambitie is wel om ook het varkensvlees  dat bedoeld is  voor de export, op te nemen in het project. Lastig is daarbij dat het buitenland niet vraagt om varkens die gevoed zijn met duurzame soja. Toch is Nederland is een grote voorloper op dit gebied.”

‘Wij vinden een versnelling in de verdere verduurzaming van de varkensvleesproductie het beste recept voor de toekomst’

Een ander aspect van duurzaamheid betreft energiebesparing. Bedrijven in de Nederlandse industrie dienen op termijn te voldoen aan een jaarlijkse energiebesparing van 1,5%, zo staat in (nieuwe) regelgeving als de Europese Energie-Richtlijn 2012/27/EU, het SER-Energieakkoord en de Wet Milieubeheer. Is dat haalbaar in de vleessector?

“De COV heeft in maart 2012 samen met vier brancheorganisaties in de vleessector een ‘Routekaart Vlees, naar een energiezuinige vleessector’ (www.routekaartvlees.nl) opgesteld. Onderzocht is hoe de sector in 2030 een energiebesparing van 30-50% kan realiseren en daarnaast ook stappen kan zetten in het gebruik van duurzame energie en het optimaal recyclen van reststromen. Er kan bijvoorbeeld een energiebesparing van 20 tot 50% worden geboekt met het slimmer koelen van productieruimtes door het gebruik van excellente regelingen. Door het afvangen van warmte van  koelinstallaties kan schoonmaakwater worden verwarmd tot 75 graden. Verder is er veel  belangstelling voor zogenaamde ‘high care couveuses’ in de verwerkende industrie. Dit is een vorm van proceskoeling: je koelt het proces, niet de hele ruimte. Op middellange termijn is hier grote energiewinst mee te boeken. Bovendien biedt het voor de medewerkers een minder koude, dus veel prettiger werkomgeving. Bedrijven kunnen hun voordeel doen met de in het rapport gepresenteerde, praktische mogelijkheden om de milieudoelen te realiseren. Nog steeds houden we geregeld sessies met bedrijven om elkaar bij te praten, maar het is aan de bedrijven om stappen te nemen.”

Kansen

“In het voortraject van de ‘Routekaart Vlees’ zijn er workshops en netwerkbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens die bijeenkomsten zijn er goede contacten gelegd tussen leden van de COV en onder andere ingenieursbureaus,” vervolgt Goebbels. “Twee grote slachterijen die nu bezig zijn met nieuwbouw, spinnen daar garen bij: Hutten Vlees in Nieuw Heeten en het nieuwe fusiebedrijf Westfort  in IJsselstein hebben de nieuwste energie- en waterbesparende technologieën in het bedrijf  verwerkt. De Nederlandse vleessector is op de goede weg. Varkensvlees-, kalfsvlees- en pluimveevleesketens hebben de afgelopen decennia al tientallen procenten aan energie bespaard en bovendien de emissie aan broeikasgassen fors weten terug te dringen. Nederland behoort op dit gebied tot de wereldtop, maar er liggen nog veel kansen voor verdere verbetering,” ziet Goebbels. “Zo biedt TNO inzicht in het temperatuurverloop en de mogelijke bacteriegroei bij het transporteren van niet geheel doorkoelde runder- en kalverkarkassen.” (meer over het onderzoek van TNO in Voedingsindustrie oktober 2014, red.)

‘Onze ambitie is wereldwijd koploper te worden in duurzaamheid’

Een ander project is de ‘Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij’ (UDV), waarin de COV meewerkt. Om in 2023 een ‘in alle opzichten toonaangevende en duurzame veehouderij’ te hebben, zijn er allerlei initiatieven ontwikkeld en uitgetest op haalbaarheid en effectiviteit. Kunt u voorbeelden geven van initiatieven met kansen voor de gewenste verdere verduurzaming?

“Er komen steeds meer inspirerende voorbeelden in beeld. Zo heeft de Rijksadviseur voor het Landschap, Yttje Feddes zes innovatieve varkensstallen bekeken. Concepten die allemaal voldoen aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij. Daaronder zit een winnaar (Blokhoven in Schalwijk), die stallen met zonnepanelen heeft rond een binnenplaats voor de varkens. Er is de integraal duurzame ‘roundhousestal’ (Veldhoekporc in Lemerlerveld) dat vergelijkbaar is met de bekende Rondeelstallen in de pluimveesector. Ook bijzonder is De Uitspanning in Voorthuizen, een wat grotere onderneming, waar gewerkt wordt met terrassen en faseringen in de productie; er zijn diverse bezoekersfaciliteiten en recreatiemogelijkheden. Bij de beoordeling van de ideeën is overigens heel ‘open minded' gesteld dat zowel de grotere bedrijven als stalconcepten met extra verdiepingen ook gewoon duurzamer kunnen zijn.”

Ander voorbeeld is het diervriendelijk veetransport waarvoor De VanDrie Group zich inzet. “Samen met een producent van vrachtwagens is een volledig airconditioned Comfort Class veewagen ontwikkeld. Kalveren worden daarin aan zo min mogelijk aan temperatuurschommelingen blootgesteld. De wagens beschikken ook over camera’s, zodat de chauffeurs het gedrag van de kalveren onderweg kunnen volgen. De dieren zijn tijdens de eerste dagen op de kalverhouderij minder vatbaar voor ziekten, wat weer een gunstig effect heeft op het gebruik van diergeneesmiddelen.”

Hoe zet de COV zich in voor ‘het zoveel mogelijk beschikbaar maken van het dier voor humane consumptie’?

“Er zijn de afgelopen jaren enorme stappen gezet in het vergroten van de afzet naar onder meer China, Azië en Zuid-Amerika,” vertelt Goebbels. “Varkenspootjes en –oren bijvoorbeeld, waar in Europa geen vraag naar is, gaan niet meer naar de verwerking van dierlijke bijproducten voor diervoeding en technische doeleinden, maar naar China. De website www.porkfromholland.com die we onlangs hebben gelanceerd, helpt de export van Nederlands varkensvlees te stimuleren. Om zo min mogelijk weg te gooien, ondersteunen we bovendien onderzoek naar verlengen van houdbaarheid, en naar betere verpakkingen met indicatoren die aangeven of het vlees nog goed is. We zijn nog lang niet aan het eind van de mogelijkheden. Schoner werken, betere koelingen; er is veel bereikt, maar we zijn er nog niet.”

Profit en Planet zijn al uitgebreid aan de orde geweest. Maar hoe zit het met de P van ‘People’ uit de duurzaamheidsvisie van de COV?  

“We zijn ook een werkgeversorganisatie, dat vergeet men nog wel eens. In de vleessector werken circa 12.000 werknemers bij bijna 300 bedrijven. Ongeveer 9.000 van deze werknemers vallen onder de cao voor de vleessector. Via een zogenaamde ‘algemeen verbindend verklaring’ zijn de afspraken en bepalingen uit deze cao ook van kracht op de andere vleesverwerkende bedrijven die geen lid zijn. Het gaat dus echt om veel mensen.”

“Met name de duurzame inzet van deze werknemers is in de vleessector een uitdaging,” vervolgt hij. “Het betreft vaak fysiek werk, dikwijls in een gekoelde omgeving. Veel mensen in deze branche zijn bovendien al jong aan hun loopbaan begonnen. Samen met de vakbonden hebben we een Arbocatalogus Vlees ontwikkeld. Hierin zijn de risico’s in kaart gebracht en beheersmaatregelen en best practices uitgewerkt. Aan enkele onderwerpen is speciaal aandacht besteed, zoals RSI, machineveiligheid en werkdruk.

We hebben  regelmatig overleg met de vakbonden, overheid en andere stakeholders over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en over belangrijke onderwerpen als arbeidsomstandigheden, flexarbeid en scholing voor de vaste als de flexibele arbeidskrachten. Er zijn de afgelopen tijd flinke stappen gezet op het gebied van langdurige flex, duurzaam doorwerken van ouderen en permanente educatie.”

Nieuw

In september 2014 verscheen het ‘Recept voor Duurzaam Varkensvlees, een gezamenlijk visiedocument van de organisaties van varkenshouders LTO en NVV, en de COV. Waarom een nieuw document?

“Wij vinden een versnelling in de verdere verduurzaming van de varkensvleesproductie het beste recept voor de toekomst,” antwoordt Goebbels. “Deze ambitie heeft consequenties voor alle schakels in de productieketen; voor de varkenshouderij, de toeleverende industrie, de slachterij, de vleesverwerking, vleesverwerking, het transport, de retail en foodservice. De verdere verduurzaming van de varkensvleesproductie moet breed worden opgepakt, samen met de supermarkten. De Staatssecretaris heeft aangeboden daar waar nodig dit beleid te faciliteren. Onze ambitie is wereldwijd koploper te worden in duurzaamheid,” besluit Jos Goebbels. “We kunnen dat niet alleen; samenwerken is essentieel!”

Jos Goebbels

Jos Goebbels was  onder meer directeur van de Bloembollenkeuringsdienst (BKD), en directeur Toezichtsbeleid en Communicatie bij de VWA. Sinds september 2009 is hij voorzitter van de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV), dat de collectieve belangen behartigt van werkgevers in de Nederlandse vleessector, zowel nationaal als internationaal. De leden van de COV zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor meer dan 90% van de totale Nederlandse omzet van vlees. Ook zijn er de geassocieerde leden, waaronder  Darling, VSV (koel- en vrieshuizen als vereniging) en enkele werkgeversorganisaties. Inclusief de eigen leden zijn er ruim 150 bedrijven direct of indirect aangesloten bij de COV.

www.cov.nl

Bron: © Jeroen Poortvliet