De EU importeert veel meer voedsel dan zij exporteert en onze voedselconsumptie heeft een nadelig effect op de planeet - maar er is vraag naar verandering.
Hoewel de EU economisch gezien 's werelds grootste exporteur van agrovoedingsproducten is, heeft zij een aanzienlijk handelstekort als wordt gekeken naar wat er in voedingstermen echt toe doet, zoals calorieën en eiwitten,. De EU consumeert meer dan haar billijk aandeel en ons huidige hoge niveau van voedselproductie is alleen mogelijk dankzij massale invoer van grondstoffen, zo blijkt uit een nieuw WNF-rapport dat op 23 mei 2022 is gepubliceerd.
WNF: "De voedselinvoer en de binnenlandse productie van de EU zijn in wezen niet duurzaam, omdat zij de natuurlijke hulpbronnen uithollen, de wereldwijde ontbossing aanjagen en de visbestanden over de hele wereld uitputten. 40% van het in de EU geproduceerde voedsel wordt nooit opgegeten, en deze verspilling gaat gepaard met enorme kosten voor het klimaat en biodiversiteit. De voedselproductie in de EU verhogen als antwoord op de huidige wereldwijde voedselcrisis kan deze problemen alleen maar verergeren. In plaats daarvan kan een verschuiving van onze consumptie een grotere bijdrage leveren aan de voedselzekerheid en de impact van het voedselsysteem van de EU verminderen."
Uit het verslag blijkt dat:
- Het EU-handelsmodel voor agrovoedingsproducten draait om de invoer van laagwaardige grondstoffen, zoals cacao, fruit en sojabonen, en de uitvoer van hoogwaardige producten zoals wijn en chocolade: een positieve bijdrage aan de EU-economie, maar niet aan de wereldwijde voedselvoorziening.
- Veel van de in de EU ingevoerde agrovoedingsproducten worden geproduceerd ten koste van miljoenen hectaren bos en andere natuurlijke ecosystemen, waardoor klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en sociale onrechtvaardigheid in de hand worden gewerkt. De nieuwe EU-wet inzake ontbossing, die momenteel wordt besproken, is een kans om deze vernietiging een halt toe te roepen.
- De EU importeert bijna tweemaal zoveel vis als zij produceert, en een deel van deze vis komt uit tropische gebieden waar de plaatselijke gemeenschappen voor hun eiwitvoorziening afhankelijk zijn van deze visbestanden, maar kampen met dalende vangsten als gevolg van overbevissing en klimaatverandering. Aquacultuur zou een aantal oplossingen kunnen bieden.
- De EU produceert meer dierlijke producten dan voor onze gezondheid is aanbevolen. Om deze grote veeteeltsector in stand te houden, wordt meer dan de helft van de graangewassen die we verbouwen aan dieren gevoerd, en importeren we grote hoeveelheden soja en ander voer.
- De EU verspilt elk jaar enorme hoeveelheden voedsel. Hoewel er steeds meer wordt gedaan om voedselverspilling aan te pakken, wordt voedselverlies op boerderijen vaak over het hoofd gezien, naar schatting gaat elk jaar 15% van de totale voedselproductie tijdens of kort na de oogst verloren.
- De EU-consumenten willen graag verandering. Drie van de vijf Europeanen willen duurzamer eten en drie van de vier willen dat EU-wetgeving ervoor zorgt dat alle producten die in de EU worden verkocht, niet tot biodiversiteitsverlies leiden.
- Levensmiddelenbedrijven houden zich steeds meer bezig met natuurvriendelijke voedselproductie, regeneratieve landbouw en strengere normen voor dierenwelzijn. Momenteel wordt ongeveer 14,6 miljoen hectare grond in de EU en het VK - 8,1% van het totale landbouwareaal - biologisch bewerkt door bijna 350 000 producenten, en de markt voor biologische levensmiddelen in de EU is sinds 2010 in waarde verdubbeld.
Het komende wetgevingskader voor een duurzaam voedselsysteem, dat de Europese Commissie naar verwachting in 2023 zal voorstellen, moet een keerpunt zijn. Het verslag geeft verschillende beleidstrajecten aan via welke deze nieuwe wet de voedselconsumptie van de EU in de richting van duurzaamheid kan sturen.
Bekijk het rapport ‘Europe eats the world’
Wwf.eu