Het CBS heeft het voorlopige inflatiecijfer voor mei 2023 bekendgemaakt. Uit de gegevens blijkt dat de inflatie in Nederland opnieuw is gestegen. De stijging van het algemene prijspeil kan de koopkracht van huishoudens aantasten en de winsten van bedrijven ondermijnen, aldus de Rabobank
Volgens het CBS lag het gemiddelde consumentenprijspeil in mei 2023 6,8 procent hoger dan in dezelfde maand een jaar geleden. Deze realisatie kwam vrijwel overeen met de eerder verwachte inflatie van 6,7 procent voor mei. De stijging van de inflatie werd voornamelijk veroorzaakt door een minder sterke daling van de energieprijzen.
Hoewel de voedselprijzen in mei nog licht stegen, nam de jaar-op-jaar prijsstijging af van 15,1 procent in maart naar 13,2 procent in april. Het CBS berekende dat de boodschappen in mei 12,8 procent duurder waren dan een jaar eerder. Hoewel sommige productcategorieën zoals margarine, boter, alcoholvrij bier en yoghurt in prijs zijn gedaald sinds eind april, wegen deze prijsdalingen niet op tegen de stijgingen in een groter aantal categorieën.
Rabobank verwacht dat de gasprijzen de komende periode weer zullen stijgen en uiteindelijk zullen uitkomen rond de 70 à 80 euro per megawattuur in de komende winter. Deze stijging wordt mede veroorzaakt doordat industriële bedrijven in Europa naar verwachting hun energiecontracten kunnen vernieuwen tegen lagere prijzen, wat het verbruik van gas aantrekkelijker maakt.
Wat betreft de voedselprijzen wordt verwacht dat de prijzen de komende maanden weinig zullen veranderen. Hoewel de consumentenprijzen naar verwachting nog iets zullen stijgen, zal de voedingsprijsinflatie in de zomer naar verwachting dalen tot onder de 10 procent. De gedaalde landbouwgrondstof- en energieprijzen zullen naar verwachting geleidelijk doorwerken in de producentenprijzen, maar het is nog onduidelijk of dit zal leiden tot dalende prijzen in de supermarkten.
De loongroei blijft naar verwachting hoog, aangezien het CBS meldde dat de loongroei in mei 5,7 procent bedroeg. Naast de lagere grondstofkosten worden de voedingsmiddelenproducenten, detailhandel en horeca geconfronteerd met hogere loon-, huur- en rentekosten, waardoor het onzeker is of deze kostenbesparingen worden doorberekend aan de consument.
Bron: Rabobank