De totale omzet van de voedingsindustrie is in mei van dit jaar met 5,6 procent gestegen ten opzichte van mei vorig jaar. De afzetprijzen van de voedingsindustrie zijn in dezelfde periode gemiddeld met 4,6 procent gestegen, wat resulteert in een beperkte groei van het omzetvolume met 1 procent. Deze verbetering is aanzienlijk ten opzichte van de situatie in april van dit jaar, toen het omzetvolume nog daalde. Deze gegevens zijn onlangs geanalyseerd op basis van CBS-cijfers door onze redactie economie.
De stijging van het omzetvolume van de voedingsindustrie met 1 procent in mei toont een positieve ontwikkeling vergeleken met april van dit jaar. In die maand daalde het omzetvolume met ongeveer 4,5 procent. Hoewel de geldomzet met 1,8 procent toenam, zorgde een stijging van de afzetprijzen met 6,3 procent ervoor dat de verkochte hoeveelheid (volume) met ongeveer 4,5 procent afnam. De groei in april en mei staat in schril contrast met de sterke omzetstijgingen die plaatsvonden in het eerste kwartaal van dit jaar. In januari, februari en maart stegen de geldomzetten respectievelijk met 22,9, 22 en 17,6 procent. Over de eerste vijf maanden van dit jaar nam de geldomzet van de voedingsindustrie in totaal met 13,5 procent toe.
In mei van dit jaar steeg de geldomzet van de voedingsindustrie voor binnenlandse afnemers duidelijk harder dan voor de export. De omzet bij binnenlandse afnemers nam met 9 procent toe ten opzichte van mei vorig jaar, terwijl buitenlandse afnemers een stijging van 2,8 procent lieten zien. Over de eerste vijf maanden van dit jaar was het verschil tussen de afzetontwikkeling bij binnenlandse (+12,3 procent) en buitenlandse afnemers (+14,4 procent) minder groot.
In juli van vorig jaar bereikte de prijsontwikkeling in de voedingsindustrie een recordhoogte met een stijging van 23,2 procent. Vanaf januari van dit jaar begon het stijgingspercentage echter voortdurend te dalen. In januari was de prijsgroei nog 18,3 procent en in mei slechts 4,6 procent.
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2023