De voedingsindustrie kampt met een dalende productie als gevolg van diverse uitdagingen. De sterk gestegen prijzen van supermarktproducten hebben geleid tot een afname in de vraag naar voedingsmiddelen, terwijl het aanbod onder druk staat door schaarser wordende grondstoffen. Dit resulteert in een lichte afzetdaling voor voedingsproducenten.
ABN AMRO voorspelt dat de productie ook in 2023 zal afnemen, met lagere productievolumes voor vleesverwerkers, drankenindustrie en broodfabrikanten. In 2022 daalde de productie van de voedingsindustrie met ongeveer 1 procent, waarbij vooral de volumes bij vlees- en zuivelverwerkers afnamen.
De verminderde vraag naar voedingsmiddelen is het gevolg van consumenten die minder kopen in supermarkten en voedingsspeciaalzaken. De consumentenverkoop via deze kanalen nam met 5 procent af. Hoewel de vraag vanuit de horeca explosief is gestegen, kan dit de daling bij supermarkten niet volledig compenseren.
Op alle vlakken nam de supermarktverkoop af. Zo daalde de verkoop van vlees in 2022 met 9 procent, de verkoop van zuivel met 6 procent, de verkoop van verse groente met 4 procent en van vers fruit met 7 procent. Deze dalende trend lijkt zich verder voort te zetten. In het eerste kwartaal van 2023 daalden de volumes in de supermarkt verder; opnieuw met circa 5 procent.
De dalende trend in supermarktverkoop wordt veroorzaakt door de gestegen prijzen van voedingsmiddelen. Hierdoor letten consumenten niet alleen op de prijs, maar ze kopen ook minder. Dit heeft invloed op de verkoop van snacks, drank, vlees en vis. Consumenten passen hun koopgedrag aan en zijn bewuster bezig met het verminderen van voedselverspilling en het koken van eenvoudigere gerechten met minder vlees en vis.
In 2022 werd voor ongeveer 80 miljard euro aan voedingsmiddelen geëxporteerd, maar gecorrigeerd voor inflatie bleef de uitvoer op het niveau van 2021. De export van groente, fruit en vlees naar belangrijke afzetmarkten zoals Duitsland is gestagneerd. Minder productie in Nederlandse kassen heeft geleid tot een lager aanbod van groente en fruit, terwijl de vraag naar vlees in Duitsland met 7,5 procent is afgenomen. De onvoorspelbare consument zorgt voor onzekerheid bij handelaren, exporteurs en producenten van voedingsmiddelen, wat resulteert in een negatief economisch klimaat.
Daarnaast blijft de koopkracht van consumenten naar verwachting laag, met een daling van 0,2 procent volgens het Centraal Plan Bureau (CPB). Deze daling komt na een al flinke daling van 2,7 procent in 2022. De koopkracht herstelt naar verwachting in 2024, maar niet volledig.
De prijzen in supermarkten blijven dit jaar en volgend jaar relatief hoog. Dit wordt veroorzaakt door de nog steeds hoge prijzen van agrarische grondstoffen en de vertraging waarmee prijsveranderingen in de keten doorwerken. Bovendien zijn er kosten die niet afnemen of juist harder stijgen, zoals verpakkingskosten, arbeidskosten en rentelasten. Voedselproducenten worden ook geconfronteerd met nieuwe wet- en regelgeving, wat resulteert in hogere bedrijfskosten.
De combinatie van lagere koopkracht en hoge prijzen voor voedingsmiddelen leidt tot een verdere druk op de volumes in de rest van het jaar. ABN AMRO verwacht een krimp van 1 procent in het productievolume van de totale levensmiddelenindustrie. Met name de vleesverwerkende industrie ondervindt hiervan de grootste gevolgen. Zuivelverwerkers zullen een lichte stijging zien, maar deze wordt beperkt door politieke besluitvorming met betrekking tot stikstof en het uitkoopbeleid voor melkveehouders. Voor groenteverwerkers wordt het aanbod steeds volatieler en dreigt er op termijn schaarste.
Lees het volledige rapport 'Stand van Food’
Abnamro.nl
Bron: ABN AMRO