Na een periode van stijgende prijzen lijkt de rust in de voedingssector enigszins teruggekeerd. Toch blijft de groei achterwege door structurele uitdagingen zoals schaarste aan grondstoffen, stagnerende uitvoer en een tekort aan arbeidskrachten. De vraag naar arbeidsmigranten en de impact van nieuwe wetgeving zetten de sector verder onder druk.
De Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA) moet uitwassen rondom arbeidsmigratie aanpakken. Als deze wet van kracht wordt, mogen bedrijven alleen nog personeel inhuren via goedgekeurde uitzendbureaus. Voor de voedingsindustrie, waar uitzendkrachten vaak een derde van het personeelsbestand vormen, kan dit grote gevolgen hebben. Arbeidsmigranten spelen een sleutelrol in de productie, vaak in zware en oncomfortabele werkomgevingen. Het is voor bedrijven cruciaal om te controleren of hun uitzendpartners voldoen aan de nieuwe eisen.
De aantrekkingskracht van Nederland als werkland voor arbeidsmigranten neemt af. Hogere lonen in bijvoorbeeld Polen zorgen ervoor dat meer arbeidsmigranten ervoor kiezen in hun thuisland te blijven. Dit plaatst bedrijven voor de uitdaging om het werk aantrekkelijk te houden, terwijl een vergrijzende beroepsbevolking de druk op het arbeidsaanbod verder vergroot.
Automatisering en robotisering worden steeds belangrijker om personeelstekorten op te vangen. Hoewel eenvoudige taken goed te automatiseren zijn, blijft het omgaan met natuurlijke producten zoals vlees en groenten een complexe uitdaging. Innovaties zoals kunstmatige intelligentie kunnen mogelijk een oplossing bieden, vooral in werkzaamheden die veel variatie vereisen. Voor veel bedrijven in de voedingsindustrie wordt het echter een race tegen de klok om tijdig aan te passen aan deze ontwikkelingen.
Bron: ABN AMRO