Vleestaks voorkomen door minder vlees te eten
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Vleestaks voorkomen door minder vlees te eten

  • 20 november 2024

De Nederlandse vleesconsumptie blijft een heet hangijzer in de discussie rondom duurzaamheid en klimaatdoelen. Uit recente cijfers blijkt dat de gemiddelde Nederlander in 2023 iets meer vlees at dan het jaar ervoor. Tegelijkertijd groeit de druk om duurzamer te eten, bijvoorbeeld door meer plantaardige eiwitten te kiezen. Volgens Ceel Elemans, sector specialist Food bij ING Sector Banking, is de oplossing simpel: “Als we minder vlees eten wordt ook de kans op een vleestaks kleiner.”

Kleine verandering, grote impact

In 2023 at de Nederlander gemiddeld 75,3 kilo vlees per persoon, een lichte stijging ten opzichte van 2022. Hoewel het aanbod van plantaardige alternatieven in supermarkten groeit, blijft vlees domineren in zowel schappen als op menukaarten. De aantrekkingskracht van vlees zit niet alleen in smaak, maar ook in de voedingswaarde en gewoontes van consumenten. Toch wijst onderzoek van de Gezondheidsraad uit dat een verschuiving naar 60 procent plantaardige en 40 procent dierlijke eiwitten de milieu-impact met een kwart kan verminderen.

Voedselomgeving als sleutel tot verandering

De huidige voedselomgeving speelt een grote rol in de keuzes die consumenten maken. Hoewel bewustwording over duurzame voeding groeit, zijn vleespromoties en reclames nog altijd alomtegenwoordig. Experts pleiten daarom voor een gezamenlijke aanpak, waarbij overheid, supermarkten en producenten samenwerken aan verandering. Dit kan variëren van minder vleesaanbiedingen tot duidelijke voorlichting over de voordelen van plantaardige alternatieven.

De uitdaging blijft groot, maar met kleine stappen zoals hybride vleesproducten en kleinere porties kan de transitie worden versneld. Uiteindelijk ligt de keuze deels bij de consument zelf: door nu te kiezen voor duurzamere opties, kan een vleestaks in de toekomst wellicht worden voorkomen.

Ing.nl

Bron: ING