De ondernemers in de voedingsindustrie waren begin maart veel pessimistischer over de ontwikkeling van het economisch klimaat dan in de eerste twee maanden van dit jaar. Alleen in het begin van de coronacrisis in 2020 waren de ondernemers nog veel somberder gestemd. Dit blijkt uit een analyse van recente CBS-conjunctuurgegevens door onze reactie. Bij het meten van de stemming onder ondernemers in de voedingsindustrie begin maart werd voor het eerst de inval van Rusland in Oekraïne meegenomen.
Het aantal ondernemers in de voedingsindustrie dat een verslechtering van het economisch klimaat voor hun bedrijf voorziet, is in maart dit jaar vergeleken met januari en februari ruim verdubbeld. In maart was 26,5 procent van het totaal aantal ondernemers pessimistisch, waar in januari en februari “maar” respectievelijk 11,2 en 12,7 procent geen vertrouwen in de ontwikkeling van het economisch klimaat had. Ruim 15 procent was daarentegen begin maart optimistisch over de koers van het economisch klimaat voor hun bedrijf, terwijl 58,4 procent geen verandering voor de komende drie maanden voorzag.
Door de Oekraïne-oorlog is de voorziene schaarste aan onder meer grondstoffen en energie verder toegenomen. In het verlengde daarvan verwachtte begin maart een ruime meerderheid van de ondernemers in de voedingsindustrie verdere prijsstijgingen voor de komende drie maanden (63,4 procent) en 36,6 procent gelijkblijvende prijzen. Er zijn geen ondernemers gevonden (0 procent) die in deze periode een prijsdaling verwachten.
De orderpositie van de voedingsindustrie uitgedrukt in aantal maanden werk bevindt zich sinds januari dit jaar op het hoogste niveau (2,9 maanden werk) sinds de start van de meting begin 2001. Alleen in februari 2015 was de orderpositie eenmalig hoger (3,2 maanden werk). Bijna 80 procent van de ondernemers in de voedingsindustrie vond zijn orderpositie begin maart dit jaar normaal, 6 procent (te) hoog en ruim 8 procent (te) klein. De orderpositie in het buitenland werd in maart dit jaar door 67,4 procent van de ondernemers als normaal ervaren, 5,6 procent vond deze (te) hoog en 6,4 procent (te) klein.
Ondanks de krappe arbeidsmarkt verwachtte begin maart 19,6 procent van de voedingsindustrie-ondernemers zijn personeelsbestand de komende drie maanden uit te kunnen breiden. Ruim 73 procent ging uit van een stabiele personeelssterkte en 6,9 procent ziet zijn personeelsaantal komende drie maanden afnemen.
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2022