In de eerste helft van 2024 bleef de varkensvleesproductie in de Europese Unie stabiel, ondanks een lichte daling van de zeugenstapel. Nederland zag echter een sterke daling in de productie, mede door deelname aan uitkoopregelingen en teruglopende marges. De verwachting is dat de totale EU-varkensvleesproductie in 2025 licht zal dalen, met Nederland voorop in deze trend. Voor de hele EU en het Verenigd Koninkrijk was er in januari-juli 2024 nog een productiestijging van 3% ten opzichte van dezelfde periode in 2023, waarbij een toename van zowel slachtaantallen als -gewichten werd waargenomen.
De hogere productie in 2024 leidde in het tweede kwartaal tot een daling van zowel vleesvarkens- als biggenprijzen. Varkensprijzen in Nederland en Denemarken liggen onder het EU-gemiddelde door sterke afhankelijkheid van export en concurrerend prijsbeleid. Hoewel marges in de zeugenhouderij in de eerste helft van 2024 positief waren door hoge opbrengsten, blijven de kosten voor mestafzet en arbeidskosten stijgen. Voerkosten zullen waarschijnlijk ook toenemen door duurdere agrarische grondstoffen, ondanks dat de voorraden van maïs en soja wereldwijd hoog zijn.
De export van varkensvlees uit de EU en het Verenigd Koninkrijk daalde met 1% tussen januari en juli 2024. Dit kwam voornamelijk door een afname van de vraag uit China, dat zijn import van Europees spiervlees met 13% verlaagde, terwijl de export van bijproducten met 23% toenam. Ondanks dat hogere volumes in de tweede helft van het jaar verwacht worden, blijft de onzekerheid rond mogelijke Chinese importtarieven hangen. In andere markten, zoals de Filipijnen en Zuid-Korea, nam de export juist toe, wat de vraag naar Europees varkensvlees enigszins stabiliseert.
Bron: Rabobank