De kassa piept, het bonnetje rolt en de klant fronst. De boodschappen lijken duurder dan ooit, en toch blijkt uit een recent onderzoek van EFMI Business School dat het in Nederland allemaal nog meevalt. Sterker nog: onze supermarktprijzen zijn lager dan in België en Duitsland. Dat verwacht je misschien niet als je bij de zelfscankassa staat met alleen een halfvolle tas voor dertig euro.
Volgens cijfers van EUROSTAT en Superscanner liggen de voedselprijzen in 2023 in Nederland 4,5 procent lager dan in België en 3,7 procent lager dan in Duitsland. Alleen bij alcohol trekt Duitsland aan het langste eind, daar zijn de prijzen flink lager. Toch is de algemene conclusie helder: boodschappen zijn in Nederland in Europees perspectief niet buitensporig duur.
Opvallend is dat supermarkten zelf nauwelijks profiteren van de prijsstijgingen. De gemiddelde brutomarge van 27,4 procent slinkt razendsnel zodra kosten zoals personeel, huur en energie worden afgetrokken. Dan blijft er nog maar een nettowinst van 0,7 procent over. Dat is minder dan de gemiddelde spaarrente, en zeker geen vetpot.
Terwijl discussies over prijzen vaak uitmonden in moddergevechten over graaiflatie, laat dit rapport zien dat de werkelijkheid complexer is. Supermarkten proberen kosten binnen de perken te houden met digitalisering en strakke planningen. Geen sinecure in een markt die al jaren onder druk staat.
Wie dus denkt slim te zijn met een uitje over de grens voor goedkope cola of kaas, kan zich beter eerst verdiepen in de cijfers. Want soms is de voordeligste optie dichterbij dan je denkt — gewoon in het gangpad naast de afwasmiddelactie.
Download het hele rapport op de site van EFMI
Bron: EFMI