Als het moet, gaan ze de barricade op. Maar nooit zonder gefundeerde boodschap. Ook nu de oprichters uitvliegen, zet de professionalisering bij Slow Food Youth Network (SFYN) door. In Den Haag is SFYN dan ook een serieuze gesprekpartner. De jongerenbeweging is volwassen geworden.
Jorrit Kiewik: ‘We streven naar een good, clean en fair voedselsysteem’
Slow Food Youth Network (in 2009 opgericht als Youth Food Movement) verenigt jonge voedselproducenten, consumenten, boeren, koks en studenten. De beweging streeft naar een eerlijker en gezonder voedselsysteem. SFYN is onderdeel van Slow Food, een internationale organisatie die in 1989 in het leven werd geroepen als tegenhanger van fast food, smaakvervlakking en de groeiende uniformiteit van voedsel. SFYN is actief in 80 landen, maar alleen de Nederlandse tak heeft een betaald kantoor (5 fte). Ook is de organisatie hier in 13 plaatsen en regio’s vertegenwoordigd. “We zijn een grassrootsbeweging, we geloven in verandering van onderaf,” aldus Jorrit Kiewik, directeur van SFYN. De beweging organiseert onder andere debatreeksen, talkshows en gratis openluchtlunches met voedsel gered van verspilling. Ook is er een SFYN Academie opgericht, waar jaarlijks zo’n 25 jongeren zich middels colleges, excursies en workshops verdiepen in ketens en systemen, en in dialoog gaan met boeren, vissers, chefs, wetenschappers, marketeers en beleidsmakers. En met elkaar, want alle deelnemers zijn al actief in uiteenlopende divisies in de voedselsector.
Op een Utrechts bovenkantoor, waar het hoofdkwartier van SFYN gehuisvest is, vertelt Kiewik gepassioneerd over de ontwikkeling die de beweging doormaakte, het belang van voedselonderwijs en de Twentse melkveehouderij waar hij opgroeide.
“We streven naar een good, clean en fair voedselsysteem. Good staat voor lekker en gezond; clean voor zo min mogelijk impact op natuur, milieu en dierenwelzijn, en fair voor een eerlijke prijs voor zowel producent als consument, voor iedereen toegankelijk dus. We zijn nieuwsgierig en kritisch, maar niet dogmatisch. En altijd op zoek naar toekomstbestendige oplossingen. We proberen bewustwording te creëren en vraagstukken te agenderen, vooral door het opzetten van creatieve campagnes. Zo hebben we eerder ruim 15.000 gratis lunches verzorgd door het hele land met producten die anders in de vuilnisbak waren beland. Daarnaast zitten we regelmatig aan tafel bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ook zijn we veel in Brussel te vinden, bij de lobbyclub van Slow Food. Omdat de Nederlandse SFYN-afdeling het meest geprofessionaliseerd is, hebben we een aanjagende rol in de internationale jongerentak. Ja, het imago van een paar hipsters die ook iets met voeding doen, zijn we inmiddels wel kwijt.”
“We zijn vooral bekend van voedselverspilling en voedselonderwijs. Met betrekking tot onderwijs proberen we, tegen onze gebruikelijke werkwijze in, door samenwerking met de overheid te bewerkstelligen dat elk kind op de basisschool leert waar voedsel vandaan komt en wat gezond en duurzaam eten is. Ik beschouw het als onze taak om ervoor te zorgen dat dat niet alleen gebeurt op scholen waar de kinderen in bakfietsen worden gebracht en het schoolbestuur weet hoe je handig subsidies aanvraagt, maar juist ook in achterstandswijken. Belangrijk, want de kinderen daar eten doorgaans minder fruit en groenten en kampen vaker met obesitas.”
Jorrit Kiewik
Jorrit Kiewik (1992) groeide op op een melkveehouderij in Twente, waar hij met de producten van de boerderij onder andere kaas, worst en brood maakte. Later volgde hij de opleiding Agrarisch Ondernemerschap aan de Aeres Hogeschool Dronten en werkte hij bij Het Portaal aan The Milk Story, een platform dat zich richt op verduurzaming van de Nederlandse melkveehouderij. In 2016 nam Kiewik deel aan de SFYN Academie. Sinds augustus 2016 is hij directeur van SFYN.
“Ja, door op een originele manier vraagstukken aan de kaak te stellen, zijn we in staat om écht iets te veranderen. Zo heeft D66 onlangs een motie ingediend om op alle basisscholen een moestuin te creëren. En hebben de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het traject ‘Jong Leren Eten’ gestart, met als doel: voedselonderwijs. Daarvoor is 5,7 miljoen vrijgemaakt. Een stap in de goede richting, maar ons werk is nog niet klaar. Ook voedselverspilling staat mede dankzij onze bijdrage stevig op de agenda. In de politiek, de maatschappij maar ook in de branche vindt op dat thema bewustwording plaats. Veel oud-academieleden nemen ons gedachtegoed mee in hun huidige werkveld. Zo zijn dankzij een aantal van hen de halve liters energydrinks bij Albert Heijn uit de schappen verdwenen, en staat Nestlé tegenwoordig op nummer één op het gebied van duurzame chocolade.”
“Voor een aantal thema’s waarvoor we meer aandacht willen, zullen we waarschijnlijk campagnes op gaan zetten. Eén daarvan is het effect van onze voedselkeuzes op klimaatverandering. Dit doen we internationaal middels de ‘Menu for Change’ campagne. Door de Westerse eetgewoonten, die gekopieerd worden in bijvoorbeeld China, staat de eiwitproductie onder druk. Dat móet duurzamer, en wij in het Westen moeten daarin een voortrekkersrol op ons nemen. Verder maak ik me zorgen over het dalende aantal plekken waar voedsel geproduceerd wordt. Dat komt de biodiversiteit niet ten goede. Gewassen moeten ook kunnen groeien op plekken waar ze misschien minder opbrengen in termen van geld, maar er wel winst te behalen is in bijvoorbeeld lokale voorzieningen, werk en zekerheid. Ook de druk op de agrarische sector baart me grote zorgen. Nederland is de op één na grootste exporteur van voedsel ter wereld. We zijn trots op ons voedsel, maar de legitimiteit daarvoor glipt uit onze handen. Want boeren komen enorm in de knel. Slechts 10% van alle Nederlandse boeren is onder de 40 jaar, de vergrijzing in de sector is groot. En een derde van de boeren heeft geen opvolger. Als degenen die voor ons voedsel zorgen zélf onder de armoedegrens leven, faalt het systeem. Daar moet iets aan gebeuren.”
‘Door op een originele manier vraagstukken aan de kaak te stellen, zijn we in staat om écht iets te veranderen’
“Ongetwijfeld. Ik heb gezien dat het plezier onder boeren afneemt, net als hun loon en het maatschappelijk draagvlak voor landbouw. Het imago van boeren moet beter. Net als hun positie in de keten; dat beschouw ik als een persoonlijke missie. Ik zie gelukkig ook dat overal in de sector veranderaars zitten. De beslissingen van mensen die hoger in de boom zitten, hebben natuurlijk meer effect op de voedseltransitie. Maar uiteindelijk heeft iedereen, ook de consument, een verantwoordelijkheid. Vote with your fork, dat is een gevleugelde uitspraak bij SFYN.”
Bron: © Britt Pols