Hoe staat het met de robotisering van de Nederlandse voedingsindustrie en die in Europa drie jaar nadat ING een breed onderzoek uitvoerde naar ‘de helpende hand van de robot aan de voedingsindustrie’? ING deed opnieuw onderzoek. Wat uit deze aanvullende update over robotisering blijkt is dat corona de discussie over toepassing van robotisering en automatisering flink heeft aangezwengeld.
De overwegingen om een dergelijke investeringsbeslissing te nemen zijn divers maar kunnen elkaar versterken. Daarbij gaat het over concurrentievermogen, waarbij je kunt denken aan stijgende arbeidskosten, de huidige arbeidsmarktkrapte en de arbeidsproductiviteit. De andere overweging belicht vooral de voedselveiligheid en kwaliteit om met verdere automatisering en robotisering de kwaliteit overall te borgen. Het derde argument om die stap te zetten gaat over aantrekkelijk werkgeverschap. Veel taken op de werkvloer vinden plaats onder ‘koude’ of ‘warme’ omstandigheden. Daar kunnen robots letterlijk de helpende hand bieden om welzijn en veiligheid te optimaliseren.
In de analyse wordt ook een vergelijking gemaakt de Verenigde Staten. Wat je ziet is dat daar de robotdichtheid per 10.000 werknemers 89 is, tegenover 75 in Europa. Maar binnen Europa zijn grote verschillen waarneembaar.
In Europa neemt Nederland met een dichtheid van 257 de koploperspositie in, waar dat drie jaar geleden nog een plaats drie was. In de studie staan nog meer verklaringen voor deze opmars zoals de hoogte van de arbeidskosten, maar daarnaast ook de exportgerichtheid van je activiteiten. Daarbij moet je in kwaliteit en prijs eigenlijk net iets beter zijn dan die van de buitenlandse concurrentie.
Lees de volledige studie 'Robots extend reach in the food industry'
Beeld: © Es sarawuth/Shutterstock.com
Bron: ING