ING Research voorspelt voor 2024 een krimp van 1% in de productie van de voedingsindustrie. Dit is een neerwaartse bijstelling ten opzichte van eerdere ramingen aan het begin van het jaar. Analisten verwachten echter dat de productievolumes in de tweede helft van 2024 weer zullen toenemen. Dit herstel wordt ondersteund door een inhaalslag in de besteedbare inkomens van huishoudens, wat de vraag naar voeding stimuleert. Toch blijven de structurele uitdagingen groot, vooral door de druk op de grondstofaanvoer en personeelsproblemen.
In de eerste helft van 2024 werd de productie in verschillende subsectoren belemmerd door problemen in de aanvoer van grondstoffen. Zo daalde de verwerking van aardappelen met 5%, veroorzaakt door schaarste en een extreem nat voorjaar. Conservenfabrikanten hadden eveneens moeite om voldoende kwalitatief goede groenten te verkrijgen. In de zuivelindustrie liep de melkaanvoer in de periode tot en met juli met ruim 1,5% terug in vergelijking met een jaar eerder, wat de druk op deze sector verder vergrootte.
De vleesverwerkende industrie liet een gemengd beeld zien. Enerzijds nam het aantal geslachte runderen en varkens toe, maar het aantal geslachte vleeskuikens daalde. In de cacaoverwerking bleven de productievolumes stabiel, ondanks de sterke prijsstijgingen. Sterker nog, in de eerste helft van 2024 werden er in Nederland zelfs meer cacaobonen geïmporteerd en verwerkt dan een jaar eerder, wat deze sector relatief sterk houdt.
De periode van forse prijsstijgingen in de voedingsindustrie lijkt voorbij. Veel minder producenten geven aan dat ze hun prijzen verder willen verhogen, vooral in vergelijking met 1,5 tot 2 jaar geleden. Toch blijven de kosten een uitdaging. Voedingsproducenten profiteren enerzijds van lagere marktprijzen voor agrarische grondstoffen en energie, maar zien tegelijkertijd de loonkosten stijgen, wat de winstgevendheid onder druk zet.
Door een bescheidener bestedingspatroon van consumenten is de vraag naar producten met hoge marges de afgelopen jaren gedaald. Dit leidde tot lagere verkoopvolumes bij veel voedingsbedrijven, wat de marges verder onder druk zet. Vooral kleinere fabrikanten hebben moeite om hun gestegen kosten volledig door te berekenen aan hun afnemers. Deze combinatie van factoren verslechtert de winstgevendheid van bedrijven in de sector.
Een ander groot probleem is het tekort aan personeel. Uit een recente CBS-enquête blijkt dat ruim 60% van de bedrijven in de voedings- en drankenindustrie problemen heeft met het invullen van vacatures. Voor 25% van deze bedrijven is het personeelstekort zelfs de grootste zorg. Tegelijkertijd spelen financiële beperkingen, zoals een gebrek aan liquide middelen of hogere financieringskosten, een steeds grotere rol. Deze beperkingen worden deels veroorzaakt door de kapitaalintensieve aard van de sector, die gevoeliger is voor stijgende rentes.
De stijgende loonkosten maken investeringen in automatisering en robotisering aantrekkelijker, vooral in productie- en logistieke processen. Nederland loopt binnen Europa voorop in het gebruik van robots in de voedingsindustrie, mede door de hoge loonkosten. In totaal zijn er meer dan 4.000 robots in gebruik in de Nederlandse voedingsindustrie. Hoewel de hogere rentes deze investeringen duurder maken, zetten veel bedrijven toch in op verdere automatisering om kosten te beheersen en efficiency te verbeteren.
Bron: ING
Bron: Foto: ©Depositphotos.com/Jackchen