Staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat start samen met producenten een nieuw offensief tegen verpakkingsafval. Dat schreef zij donderdag 2 juli aan de Tweede Kamer. Doel hiervan is het gebruik van verpakkingen terug te dringen, hergebruik van verpakkingen te stimuleren en de kwaliteit van inzameling en recycling te verbeteren. De Nederlandse circulaire -en Europese recycledoelen worden wettelijk vastgelegd en per 2021 ingevoerd. In 2025 wordt de werking van beide doelstellingen geëvalueerd.
Het gaat om invoering van Europese regels, waarbij van Veldhoven samen met het verpakkend bedrijfsleven in Nederland nog een stap verder gaat. Naast het invoeren van de Europese recycle doelstellingen heeft zij tot en met 2025 concrete circulaire doelstellingen met het verpakkend bedrijfsleven afgesproken door hergebruik aan recycling toe te voegen. Nederland is het eerste Europese land dat op deze manier circulaire doelstellingen vastlegt.
Het gaat om nieuwe afspraken over recycling en hergebruik van glas, kunststof, papier en karton, metaal en hout. Het EU-recyclingdoel voor alle verpakkingen samen is 70% voor 2030. Nederland haalt deze doelstelling in 2021 al en legt de lat hoger. In 2025 moet in Nederland 74% gerecycled en/of hergebruikt worden. Eén van de maatregelen om dit doel te halen is door het scheiden voor burgers eenvoudiger te maken. Met uitzondering van glas en oud-papier, horen straks alle lege verpakkingen bij het PMD (Plastic, Metaal en Drankkartons). De inzameling van glazen bierflesjes is en blijft een vrijwillig systeem. De laatste jaren doken echter steeds meer bierflesjes op zonder statiegeld. Door hergebruik mee te tellen, is er nu een prikkel voor producenten om statiegeld op deze flesjes te behouden en uit te bereiden.
Van Veldhoven: “We zijn als Nederland goed op weg, maar we willen toe naar alle verpakkingen recyclen en producenten stimuleren over te gaan tot hergebruik. Met deze circulaire doelstellingen zetten we een forse stap in de goede richting voor een schone, groene circulaire economie.”
Bron: © Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat