Nederland gaat, vergeleken met andere Europese landen, efficiënt om met materialen voor consumptie, en is zelfs koploper binnen de EU wat betreft gebruik van gerecyclede materialen. Toch valt er nog een hoop te verbeteren in de circulaire economie, en worden circulaire plannen vaak niet goed genoeg gecontroleerd om effect te hebben. Het Planbureau voor de Leefomgeving doet de komende drie jaar onderzoek naar de circulaire economie in ons land.
In samenwerking met onderzoeksinstituten en universiteiten wil het PBL kennis opdoen die de overgang naar een circulaire economie ondersteunt. Het eerste rapport is onlangs uitgebracht onder de naam ‘Robuuste monitoring van de circulaire economie’.
Het kabinet heeft zich ten doel gesteld om in 2030 het gebruik van nieuwe abiotische grondstoffen te halveren. Momenteel bestaat 13% van het totale materiaalgebruik in Nederland uit gebruikt materiaal. Verhoging is mogelijk, maar wordt beperkt doordat een belangrijk deel van de materialen en grondstoffen wordt geconsumeerd of geëxporteerd. Daarnaast wordt een deel opgeslagen in producten met een lange levensduur.
Het rapport onderstreept het belang van andere circulariteitsstrategieën náást recycling en verbranding, zoals leasen, delen, hergebruik van producten, reparatie of revisie van producten of onderdelen van producten, en levensduurverlening. Een belangrijk doel van het consortium is om het inzicht in de circulariteitsstrategieën en hun effecten op milieudruk en leveringszekerheid te vergroten.
Beeld: ©TeeStocker/Shutterstock.com
Bron: © PBL