Tijdens de inspiratiesessie ‘NAPV-criteria in de praktijk’ op 8 november 2022, lieten het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de kennispartners zien welke stappen zij zetten om het systeem van de Nationale Aanpak Productverbetering (NAPV) te verfijnen. Aan bod kwamen onder andere verbeterde transparantie van data en het meewegen van verkoopgegevens in de monitoring. Vanuit het bedrijfsleven lieten Iglo, Van Geloven en Vandemoortele zien hoe zij de criteria al in de praktijk brengen.
‘Lekker en voedzaam eten produceren, dat is het vak dat jullie verstaan’. Hiermee opende Victor Sannes, directeur Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP) van het ministerie van VWS de bijeenkomst. Tegelijkertijd signaleert Sannes dat we er nog lang niet zijn als we kijken naar de doelen van het preventieakkoord. Juist daarom is het belangrijk met elkaar in gesprek te blijven en samen te zoeken naar slimme oplossingen, aldus Sannes. Het ministerie nodigt de sector dan ook uit constructief mee te denken.
De Levensmiddelendatabank is de bron van gegevens waarop de NAPV-criteria gebaseerd zijn, en tevens de basis van de monitoring. Bedrijven willen daarom graag weten hoe hun producten en die van concurrenten zijn ingedeeld. Wieke van der Vossen liet zien welke verbeterstappen er gemaakt zijn om de transparantie te vergroten. Nieuw is bijvoorbeeld dat de branches nu via het fabrikantenportaal inzage kunnen krijgen in hoe de producten van hun leden in de databank zijn ingedeeld. De stip op de horizon is dat alle actuele ingedeelde producten, met hun NAPV-categorie en trede, in de toekomst via een applicatie direct vindbaar zijn.
Tot nu toe wogen in de herformuleringsmonitor alle producten even zwaar mee, onafhankelijk van hoe vaak ze verkocht worden. Om het effect van verbetering van producten op de gezondheid beter in te kunnen schatten, is het wenselijk om ook inzicht te hebben in de verkoop van producten. Om gewogen te kunnen monitoren, is koppeling met verkoopdata nodig. RIVM is met het CBS deze uitdaging aangegaan met een pilot over frisdranken. Ivon Milder van het RIVM presenteerde de resultaten en ging het gesprek aan over de voor- en nadelen van gewogen monitoring. De aanwezigen bleken allen voorstander van gewogen monitoring te zijn.
Hoe kan zichtbaar gemaakt worden dat een product verbeterd is? Volgens sommige bedrijven is dit een belangrijke prikkel om de samenstelling van producten te verbeteren, maar de meningen hierover zijn verdeeld. Dit was het onderwerp van een duo-presentatie van VWS en FNLI. Zij bespraken de wettelijke (on)mogelijkheden voor communicatie over herformuleringsstappen en haalden vervolgens ideeën op bij de aanwezigen. Maria van Delft van het ministerie van VWS gaf aan deze input mee te nemen in haar verkenning naar de mogelijkheden, waarover VWS de Tweede Kamer in het voorjaar van 2023 zal informeren.
Dat er al bedrijven zijn die de NAPV-criteria gebruiken, bleek uit de praktijkvoorbeelden van Iglo, Van Geloven en Vandemoortele. Eric Baute van Iglo (Nomad Foods) gaf als eerste een inkijkje in hun strategie voor productverbetering. Ook liet hij zien hoe hij op een eenvoudige manier in kaart brengt hoe hun visproducten op zout scoren in de NAPV. De vervolgstap is om de criteria te integreren in het Nomad Foods Nutrition Programme.
Thom Hoffman is verantwoordelijk voor de uitwerking van het programma ‘Bewuster snacken’ van Van Geloven. Hij liet zien dat er al veel gebeurd is op zoutreductie bij zijn bedrijf. Maar daar stopt het niet, want voor 2025 staat een verlaging van nog eens 10% zout op de agenda. De NAPV is daarbij een hulpmiddel om gericht te sturen op productverbetering en om de prioriteiten in kaart te brengen.
Ook Lieselot Delabie van margarine- en vettenproducent Vandemoortele (bekend van o.a. Gouda’s Glorie) liet zien de kansen en uitdagingen van NAPV al scherp in kaart te hebben. Herformuleren op verzadigd vet is in zekere mate mogelijk voor margarines en vetten. Maar daarnaast zal, om de doelen te kunnen halen, ook een omschakeling van vaste naar vloeibare vetten en oliën nodig zijn. Functionaliteit blijft volgens Vandemoortele belangrijk, we moeten ervoor waken dat consumenten niet overschakelen naar niet-herformuleerbare producten.
In de discussie kwamen ook de uitdagingen voor de sector naar voren. Zo ondervond een deel van de aanwezigen nog knelpunten, zoals onduidelijkheid rond bereide producten, of rond afspraken uit het AVP die nu geen aandacht meer hebben. Daarnaast bleek er behoefte te zijn aan fasering in de afspraken over productgroepen en/of nutriënten en aandacht voor portiegrootte.
Het ministerie gaf in een reactie aan blij te zijn met de bedrijven die al een start gemaakt hebben en in gesprek te gaan over concrete handvaten en mogelijke oplossingen voor knelpunten. Voor ondersteuning bij het maken van gezamenlijke afspraken is er ook een rol voor de branches, aldus VWS.
Beeld: ©Krasula/Shutterstock.com
Bron: NAPV