De afname van antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij lijkt af te vlakken. Dit blijkt uit het MARAN-rapport 2024, waarin Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) de nieuwste cijfers over antibioticaresistentie in dieren presenteert. Het rapport, een jaarlijkse update, laat zien dat zowel het gebruik van antibiotica als de resistentie bij dieren stabiliseert na een jarenlange sterke daling.
In 2023 werd 117 ton aan diergeneesmiddelen met antibiotica verkocht, een stijging van 4,5% ten opzichte van 2022. Sinds 2009 is er echter een daling van 76,4% gerealiseerd. In de meeste sectoren blijft het gebruik stabiel, maar de kalkoensector liet vorig jaar een aanzienlijke daling zien. Het gebruik van antibiotica die cruciaal zijn voor de volksgezondheid blijft laag, zelfs in sectoren waar geen toezicht wordt gehouden.
De trends in antibioticaresistentie worden gevolgd door bacteriën uit mest en vlees te analyseren. Tests tonen de gevoeligheid van bacteriën zoals E. coli, Salmonella en Campylobacter aan voor antibiotica. Specifieke resistente bacteriën, zoals ESBL-producerende E. coli, worden ook opgespoord.
Volgens WBVR-onderzoeker Kees Veldman, hoofd van het Nationaal Referentielaboratorium voor antibioticaresistentie, wijzen de resultaten op een stabilisatie in resistentie. Zo blijft de resistentie tegen fluoroquinolonen hoog bij vleeskuikens (25,6%) maar laag bij varkens (1,7%) en kalveren (4,3%), en afwezig bij melkvee. Resistentie tegen colistine is nog steeds laag en er zijn geen carbapenemase-producerende bacteriën aangetroffen.
Gedetailleerde informatie over antibiotica en resistentie is te vinden in het MARAN-rapport 2024.
Bron: Wageningen Bioveterinary Research