De beschikbaarheid van de grondstoffen is voor de Nederlandse voedingsindustrie een minder groot probleem dan de prijsstijgingen. Alleen de beschikbaarheid van zonnebloemolie vormt een knelpunt. Wel zijn er problemen met prijsverhogingen op meerdere kostencomponenten (energie, grondstof), die niet lang gedragen kunnen worden door bedrijven. Dat schrijven onderzoekers van Wageningen Economic Research in de 'Knelpuntenanalyse conflict Oekraïne' die ze maakten voor het ministerie van LNV.
Zuivel, meelindustrie (incl. aardappelzetmeel) en andere aardappelverwerking zijn grootverbruikers van energie en daarmee gevoelig voor sterke stijgingen van de energieprijs.
Bakkerijen hebben vooral een prijsprobleem. Elektriciteit, gas en brandstoftoeslagen spelen hun parten. Daar waar energie eerst een klein deel van de kostprijs was, is het nu qua percentage vergelijkbaar met bloem. De retail staat niet onwelwillend tegen doorberekening, maar men is huiverig hoe de meerkosten binnen de keten verdeeld gaan worden. De meeste bakkers importeren niet veel uit Oekraïne, en hebben dus vooral last van de prijsstijging op de wereldmarkt.
Nederland importeert vooral voergranen, maïs en olie- en oliehoudende zaden (met name zonnebloemzaden) uit Oekraïne, deels GMO-vrij/biologisch. Vooral de GMO-vrije stroom (in het bijzonder van belang voor de biologische sector) is moeilijk op alternatieve wijze te vervangen; dit leidt tot hogere voerkosten en mogelijke tekorten vanwege het op korte termijn ontbreken van alternatieven.
Lees het rapport ‘Knelpuntenanalyse conflict Oekraïne’
Bron: Wageningen Economic Research