De kweekvisindustrie groeit razendsnel. Om al die vissen te voeden, is er veel visvoer nodig. Vaak wordt dat voer gemaakt van wilde vis die speciaal wordt gevangen om te worden verwerkt tot vismeel en visolie. Maar hoe duurzaam is dat eigenlijk?
Nieuw onderzoek laat zien dat er meer wilde vis nodig is om kweekvissen te voeden dan we dachten. In plaats van een verhouding van 0,28 kilo wilde vis voor elke kilo kweekvis, blijkt het nu tussen de 0,36 en 1,15 kilo te liggen. Dit betekent dat er soms meer wilde vis in gaat dan er kweekvis uitkomt. Dit roept vragen op over hoe duurzaam kweekvis echt is, zeker omdat deze vissen vaak worden verkocht in luxe markten.
Een groot deel van de wilde vis komt uit zogeheten reductievisserijen. Dit zijn visserijen die kleine vissoorten zoals ansjovis en sardines vangen, niet voor menselijke consumptie, maar om visvoer van te maken. Ongeveer 70% van die gevangen vis gaat naar de kweekvisindustrie. Dit heeft een flinke impact op het zeeleven, omdat het voedsel voor dieren zoals zeevogels en zeezoogdieren afneemt. Ook worden er steeds vaker voedselrijke vissoorten uit arme landen gehaald om in luxe markten kweekvissen te voeren.
Om te kijken hoeveel wilde vis er precies nodig is voor kweekvis, gebruiken onderzoekers de fish-in (FI). Hierbij wordt gekeken hoeveel wilde vis nodig is om een kilo kweekvis te produceren. Het onderzoek laat zien dat er veel onduidelijkheid is over deze verhouding. Er zijn namelijk veel verschillende manieren om te berekenen hoeveel vis wordt gebruikt. Daarnaast wordt een groot deel van de "bijvangst" en overbodige delen van de gevangen vis, zoals trimmings, ook niet altijd goed meegenomen in de berekeningen.
Kortom, het lijkt erop dat we het effect van kweekvis op de wilde vispopulaties lange tijd hebben onderschat. De druk op zowel de zee als het land neemt toe, waardoor we misschien beter moeten nadenken over hoe duurzaam kweekvis echt is.
Het onderzoek is uitgevoerd door een team van wetenschappers, waaronder Spencer Roberts, Jennifer Jacquet, Patricia Majluf, en Matthew N. Hayek, en werd gepubliceerd in Science Advances op 16 oktober 2024.
Bron: Science Advances