Het verband tussen micronutriënten en voedselkeuze

Niet-menselijke dieren hebben het vermogen om voedsel te selecteren op basis van de samenstelling van micronutriënten (voedingsstoffen waarvan we slechts een kleine hoeveelheid nodig hebben om te functioneren). Het is echter onduidelijk of mensen dit vermogen ook hebben. Onderzoekers ontwikkelden daarom een aanpak die de keuzepatronen van mensen in kaart brengt.

In twee studies kozen volwassenen een van de twee paren groenten en fruit in een reeks van proeven. In overeenstemming met het zoeken naar variatie, verkozen ze 'gevarieerde' boven 'monotone' paren (paren van hetzelfde voedsel waren minder aantrekkelijk). Echter, zelfs na controle voor expliciete voedingskennis en energiedichtheid van voedsel, zagen de onderzoekers een significante neiging om paren te kiezen die: 1) een grotere totale inname van micronutriënten en 2) een grotere 'micronutriënt complementariteit' (MC) boden, oftewel, een breder scala aan micronutriënten. 

In een afzonderlijke analyse werd een vergelijkbaar patroon waargenomen bij maaltijden met twee componenten (b.v. biefstuk en patat) uit een groot nationaal voedingsonderzoek in het Verenigd Koninkrijk. Meer specifiek, het MC van deze maaltijden was groter dan door toeval zou worden voorspeld en wanneer een maaltijd een overmaat aan microvoedingsstoffen bevatte (meer dan 100% van de dagelijks aanbevolen hoeveelheid) dan kwam dit minder vaak voor dan door toeval, oftewel, 'microvoedingsstoffen redundantie' werd vermeden. 

Al met al levert dit werk nieuw bewijs dat de samenstelling van micronutriënten de voedselkeuze beïnvloedt (een vorm van 'nutritionele wijsheid') en roept het vragen op over de vraag of aan de voedingsbehoeften wordt voldaan door het zoeken naar 'variëteit' in de voeding. Op zijn beurt legt het ook de mogelijkheid bloot van een complexiteit in de menselijke besluitvorming over voeding die nog niet eerder is onderkend.

Sciencedirect.com