‘Heffing die terug gaat naar veehouder kan effectief zijn’
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

‘Heffing die terug gaat naar veehouder kan effectief zijn’

  • 19 juli 2021

De opbrengst van een heffing op vleesproducten die door de overheid wordt teruggesluisd naar veehouders kan onder goede voorwaarden de veehouderijsector verduurzamen. Maar om doeltreffend te zijn, moeten ook ketenarrangementen zoals het Beter Leven keurmerk en duurzame subsidies worden ingezet. Ook is een goede samenwerking tussen de overheid en de sector cruciaal. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University and Research (WUR), uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

De WUR heeft nu onderzocht welke manier van het beprijzen van vlees kan leiden tot economische duurzaamheid (een eerlijke prijs), sociale duurzaamheid (volksgezondheid, dierenwelzijn) en ecologische duurzaamheid (minder landgebruik, biodiversiteit). Het ene duurzaamheidsdoel moet namelijk niet leiden tot achteruitgang op een ander vlak.

‘Beprijzen van vlees is geen doel, maar een middel tot verandering’

Mix van maatregelen

De heffing die wordt teruggesluisd naar veehouders scoort het best op alle duurzaamheidsdoelen. Maar de weg er naar toe bepaalt het succes. Er moeten door de overheid duidelijke stippen aan de horizon worden gezet. Daarna moeten er samen met het bedrijfsleven doelen worden vastgesteld. De vraag is of de overheid en de vleessector het eens kunnen worden op welke manier en aan wie het geld teruggesluisd zal worden.

Er is om verschillende redenen een breed draagvlak om het heffingssysteem als aanvulling op ketenarrangementen, zoals het Beter Leven keurmerk, te gebruiken. Partijen uit de veehouderijsector zijn voor ketenarrangementen omdat ze graag de markt zijn werk willen laten doen. Maar ketenarrangementen alléén gaan meestal niet ver genoeg. Het Beter Leven keurmerk heeft een grote impact op het gedrag van consumenten in de supermarkt, maar geldt niet voor vlees voor de out-of-home sector en de export. Het heeft op minder dan 50 procent van de vleesproductie effect. Ook beïnvloedt het de consumptie nauwelijks als vlees met een keurmerk duurder blijft dan gangbaar vlees. Ondervraagde ngo’s zijn daarom voor een mix van maatregelen.

Belastingen op vlees

Met belastingen op het houden van dieren, een slachttaks of een consumententaks wordt de motivatie om te verduurzamen bij de veehouders niet verhoogd. Een consumententaks verlaagt de vleesconsumptie, maar bij een taks op het houden van dieren is de kans groot dat de productie met bijbehorende uitstoot zich verplaatst naar het buitenland. Bij de consumententaks is het gevaar dat wat minder wordt verkocht, wordt geëxporteerd. De onderzoekers stellen dat het opkopen van bedrijven van veehouders door de overheid eenvoudiger is dan een belasting op het houden van dieren. En als er een heffing komt, zal minder duurzaam geproduceerd vlees een hogere heffing moeten krijgen dan duurzaam vlees. Een verhoging van de btw op vlees naar 21 procent zien de onderzoekers niet als doeltreffend.

Lees het rapport 'Beprijzen van vlees en verduurzaming'

wur.nl

Beeld: ©YARUNIV Studio/Shutterstock.com

Bron: Wageningen University & Research