Wel of geen Nutri-Score? Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is er nog niet over uit, de FNLI wacht de uitkomst van het overheidsonderzoek af voor het zich achter een voedselkeuzelogo schaart, de Consumentenbond is vóór. HAK en Iglo kiezen hun eigen weg en zetten de Nutri-Scores vast op hun etiketten. Dat snap ik wel, want deze producten komen goed uit de bus: eiwitten, vezels en veel groenten of fruit hebben een gunstig effect op de totaalscore. Bevat een product veel vetten, suikers en/of zout, dan wordt dat bestraft.
Er is veel scepsis rondom de score. ‘Is dit wel een goede classificatie? Hoe kan een patatje mayo een hogere classificering krijgen dan gerookte zalm? Is het niet vreemd dat cola-light een groen A label krijgt en melk niet?’
Met deze argumenten kun je het label makkelijk afserveren. Het klopt: je kunt je winkelkarretje met alleen A-label producten vullen, en daarmee een vrij ongezond weekmenu samenstellen. Maar ik geloof niet dat het zo gaat werken. De consumenten zijn niet gek. Ik denk dat ze genoeg gezond verstand hebben om (als ze dat willen) een juiste keuze te maken. Ik denk dat dit voedselkeuzelogo ons daarbij kan helpen.
We gaan namelijk vooral bínnen productgroepen vergelijken. Sta je voor een schap met 8 verschillende tomatensoepen te twijfelen welke je zal nemen, dan verwacht ik dat veel mensen eerder kiezen voor de verpakking met een C dan een E. Juist dát zal voor fabrikanten een trigger zijn om van hun D een B te willen maken. De Nutri-Score is een serieuze stimulans voor fabrikanten om te werken aan productverbetering en zout-, vet- en/of suikergehaltes te gaan verlagen.
Pieter Vos
Bron: © Vakblad Voedingsindustrie 2019