Vandaag de dag willen veel consumenten hun vleesproducten in enkele maaltijden vervangen of zich volledig toeleggen op een vegetarisch of veganistisch dieet. Hoe kunnen levensmiddelenfabrikanten in dit hard groeiende segment stappen en hun kansen maximaal benutten?
Tegenwoordig geven consumenten de voorkeur aan vleesvervangers die nabootsen wat ze gewend zijn - of dat nu hamburgers, kipreepjes of worstjes zijn. En dat betekent dat de verwachtingen op het gebied van uiterlijk, smaak, mondgevoel, sappigheid en aroma zo dicht mogelijk moeten worden benaderd. Hiervoor is know-how over voedingsingrediënten, het proces en procesbeheersing van essentieel belang.
In het “vleesvervangende” segment zijn de behoeften van producenten anders dan in de oorspronkelijke vleesverwerkende industrie, legt Marcel Janssen, Vice President Product Management and Sales bij GEA, uit. "Dit heeft te maken met het grote aantal verschillende ingrediënten voor vleesvervangers. Het is niet langer voldoende om alleen de juiste technologie te leveren. Er is diepgaande expertise en ervaring nodig met alle soorten voedsel en grondstoffen die bij deze productie komen kijken. GEA beschikt over deze expertise en biedt voedselproducenten de mogelijkheid om in technologische centra persoonlijk of op afstand samen te werken om de optimale combinatie van ingrediënten, apparatuur en lijnopstelling te bepalen. Bovendien kunnen we in onze technologiecentra de overgang maken van een laboratorium naar een industriële productieomgeving."
Deze belangrijke optie van testen elimineert een groot deel van het risico dat producenten anders zouden lopen bij het opschalen van hun productie. Het resultaat is dat ze het product sneller op de markt kunnen brengen en dure wijzigingen achteraf kunnen vermijden. En dankzij een wereldwijde supply chain zorgt GEA ervoor dat bedrijven, ongeacht hun grootte, kunnen opschalen naar een betrouwbare productie.
Bron: GEA