Biodiversiteitsverlies en klimaatverandering zetten het Nederlandse voedselsysteem onder druk om te verduurzamen. Innovaties en nieuwe technologieën worden vaak als oplossing gezien, maar ze verdringen niet altijd hun niet duurzame voorgangers. Hierdoor blijft het voedselsysteem ondanks inspanningen onduurzaam.
Een onderzoek van Universiteit Utrecht richt zich op het direct aanpakken van onduurzaamheid, waarbij het concept van ‘afleren’ centraal staat. Afleren houdt in dat specifieke vaardigheden, praktijken en overtuigingen die onduurzaamheid in stand houden, losgelaten worden.
Het proefschrift onderzoekt hoe afleerprocessen zich in de praktijk ontvouwen, met een focus op gemeenschapslandbouw. In deze initiatieven werken consumenten en producenten samen aan lokaal voedsel, wat een heroverweging van het voedselsysteem mogelijk maakt. Dit omvat hoe voedsel wordt geproduceerd, door wie, en wie verantwoordelijk is voor een duurzame transformatie. Daarnaast wordt onderzocht hoe afleren gefaciliteerd kan worden in het MBO-landbouwonderwijs, waarbij docenten een sleutelrol spelen als "facilitatoren van het afleren".
Docenten kunnen individuen inspireren en ondersteunen bij het afleren van onduurzame praktijken en denkwijzen. Dit is essentieel voor een duurzame transitie van het voedselsysteem. Het proefschrift biedt negen stellingen over afleren voor duurzaamheidstransitiestudies en suggereert richtingen voor toekomstig onderzoek. Door het concept van afleren te omarmen, kan het Nederlandse voedselsysteem effectiever verduurzamen en bijdragen aan het oplossen van urgente problemen zoals biodiversiteitsverlies en klimaatverandering.
Bron: Universiteit Utrecht