De discussie over de omvang van migratie naar Nederland vraagt om een zorgvuldige afweging, waarbij het belang van arbeidsmigratie niet over het hoofd gezien mag worden. De staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 pleit in haar rapport voor beperkingen op arbeidsmigratie in bepaalde economische sectoren, maar dit zou vooral in vitale sectoren zoals de vleessector nadelige gevolgen hebben voor de voedselzekerheid in Nederland en Europa.
In Nederland is een kritische blik op de bevolkingsontwikkeling en maatschappelijke cohesie van belang. Van de totale migratie tussen 1999 en 2020 is 25% arbeidsmigratie, een groep die aanzienlijk bijdraagt aan de Nederlandse economie. De vergrijzing en groeiende welvaart stimuleren de vraag naar geschikte internationale medewerkers. De meeste arbeidsmigranten verblijven echter tijdelijk, zonder gezin. Na 10 jaar is minder dan een vijfde nog in Nederland, waardoor de impact op bevolkingsgroei en maatschappelijke uitdagingen beperkt is.
De Nederlandse voedingsindustrie, met name de vleessector, kan niet zonder internationale medewerkers. Ondanks consolidatie in de sector werken ongeveer 9.000 arbeidsmigranten in deze sector, wat slechts 1-2% van het totaal aantal arbeidsmigranten in Nederland is. Het uitsluiten van arbeidsmigranten in sectoren als de vleessector, waar laagbetaalde arbeid onder slechte omstandigheden niet aan de orde is, is volgens de staatscommissie een misser.
Nederland moet aantrekkelijk blijven voor arbeidsmigranten, waar zij zich welkom voelen. Het uitsluiten van bepaalde sectoren is geen oplossing. Werkgevers, gemeenten en overheid moeten gezamenlijk inspanningen leveren voor op maat gemaakte voorzieningen op het gebied van arbeidsvoorwaarden, scholing, huisvesting, zorg en sociale zekerheid. Het bouwen van wooncampussen verloopt moeizaam door gemeentelijke vergunningsperikelen, wat dringend overheidsmedewerking vereist.
De COV waarborgt goede arbeidsvoorwaarden voor alle medewerkers in de sector, ongeacht hun contractvorm. Samen met vakbonden FNV en CNV zet de COV zich in voor randvoorwaarden van goed werkgeverschap, vastgelegd in een cao. De sector werkt alleen met gecertificeerde bureaus en heeft de Fair Employment Code Flexkrachten opgesteld, die extra zekerheden biedt bovenop wet- en regelgeving, SNA en SNF-normen, en de cao voor de Vleessector.
Bron: COV