De voedingsindustrie legt steeds meer nadruk op het verminderen van de CO2-footprint, en de tuinbouwsector is daar geen uitzondering op. Om een beter inzicht te krijgen in de milieubelasting van tuinbouwbedrijven, wordt de CO2-footprintberekening steeds vaker gebruikt als een standaardinstrument. Hoewel het berekenen van de footprint complex is, begint het altijd met het verzamelen van bedrijfsgegevens.
Er blijft onzekerheid over de toekomst van de tuinbouwsector. Het belang van een goed inzicht in de milieubelasting van bedrijven wordt steeds groter. Ondernemers hechten waarde aan een goede liquiditeit, maar grote investeringen worden voorlopig uitgesteld vanwege stijgende rentetarieven en de korte termijn focus van supermarkten bij het maken van afspraken. Toch wordt verwacht dat de investeringsbereidheid in de komende maanden zal toenemen.
Rabobank heeft zichzelf ten doel gesteld om de CO2-uitstoot in de sector te verlagen. Onlangs publiceerde de bank een rapport waarin de totale CO2-impact van haar financieringen werd gepresenteerd. Voor de Nederlandse glastuinbouw bedroegen de berekende 'financed emissions' van Rabobank in 2021 ongeveer 4,6 megaton CO2-equivalenten. Het streven naar standaardisatie en het gebruik van heldere definities voor footprintberekeningen wordt steeds belangrijker om vergelijkbaarheid en transparantie te garanderen.
Om de milieu-impact van de tuinbouwproducten in kaart te brengen en te verbeteren, worden CO2-footprintberekeningen en levenscyclusanalyses steeds meer gebruikt in de sector. Bedrijven zoals Benefits of Nature en telersvereniging Harvest House zijn al actief bezig met het verminderen van hun footprint en hebben ambitieuze klimaatdoelstellingen vastgelegd. Een publiek-private samenwerking onder leiding van Wageningen UR werkt aan het verfijnen en standaardiseren van de footprintberekeningen, met als doel duidelijke definities en richtlijnen vast te stellen.
Het is essentieel dat de tuinbouwsector dezelfde taal spreekt en dezelfde uitgangspunten hanteert bij het berekenen van de CO2-footprint. De Horti Footprint, een initiatief van diverse ketenpartijen, zal naar verwachting in 2023 gereed zijn en zal dienen als een protocol voor het toetsen van footprintberekeningen op de markt.
Het meten van de CO2-footprint is een belangrijke eerste stap, maar het aanpakken van de uitstoot is het vervolg. Het energiegebruik tijdens de teelt blijkt verantwoordelijk te zijn voor het grootste deel van de broeikasgasemissies in de glastuinbouwsector. Andere factoren, zoals bemesting, substraat, gewasbescherming, plastic en verpakking, dragen ook bij aan de footprint.
Door gezamenlijke inspanningen en een gecoördineerde aanpak kan de tuinbouwsector concrete stappen zetten in de richting van een lagere CO2-footprint en een duurzamere toekomst.
Bron: Rabobank