Jongeren die veel biovoeding consumeren, hebben hogere niveaus van gifstoffen in hun bloed en urine. Dit blijkt uit een studie van kankerexpert Nick Van Larebeke. Het onderzoek toont vooral problemen aan bij eieren, zuivel en zaden en noten, terwijl aardappelen, groenten en fruit minder aangetast lijken.
De studie, die vier jaar geleden begon, had oorspronkelijk de hypothese dat biovoeding zou leiden tot lagere pesticideniveaus. De resultaten waren echter onverwacht. Van Larebeke en zijn team ontdekten hogere concentraties van schadelijke stoffen zoals lood, arseen en organochloorverbindingen bij jongeren die veel biovoeding consumeren. Deze stoffen zijn bekend om hun toxische en kankerverwekkende eigenschappen.
Het onderzoek wees uit dat jongeren die meer dan gemiddeld biovoeding consumeren, tot wel 40% hogere concentraties van bepaalde gifstoffen in hun bloed hebben. Dit resultaat roept vragen op over de veiligheid van biovoeding. Lieve Vercauteren van BioForum Vlaanderen wijst op omgevingsvervuiling als mogelijke oorzaak. Zij benadrukt dat bio-producten vaak worden geproduceerd in sterk vervuilde omgevingen, wat leidt tot opname van schadelijke stoffen.
Van Larebeke pleit voor verder onderzoek naar de vervuiling in biovoeding. Hij benadrukt dat hoewel de huidige studie significante verschillen in gifstofconcentraties aantoont, deze resultaten niet definitief zijn. Ook de invloed van fraude binnen de biosector is een mogelijke factor die nader onderzocht moet worden.
Voor bio-boeren zoals An Verboven is biovoeding een missie. Ze streeft naar een minder vervuilende landbouwmethodiek en gelooft in de gezondheidsvoordelen van bioproducten ondanks de verontreiniging. Volgens haar zijn de gevonden gifstoffen een gevolg van industriële vervuiling, en blijven zij streven naar het verbeteren van de bodemgezondheid.
De studie roept vragen op over de gezondheidsrisico's van biovoeding. Hoewel Van Larebeke minder biovoeding consumeert dan drie jaar geleden, benadrukt hij dat de concentraties in bloed en urine zijn onderzocht, niet de voeding zelf. Het voedselagentschap FAVV stelt dat de risico's beperkt zijn en dat alle voedselproducten, bio of niet, worden gecontroleerd. Desondanks blijft verder onderzoek noodzakelijk om de gezondheidseffecten van biovoeding volledig te begrijpen.
Van Larebeke benadrukt het belang van vergelijkend onderzoek tussen bio- en andere voedingsproducten om de verschillen in vervuiling te bepalen. Volgens Vercauteren biedt biologische landbouw oplossingen tegen omgevingsvervuiling en hoopt zij dat consumenten de waarde van bioproducten blijven inzien.
Bron: VRT