Wie honing verkoopt of verwerkt, moet scherp zijn: bijna de helft van de honing die Europa binnenkomt is onzuiver. Uit onderzoek van de Europese Unie blijkt dat 46 procent van de geïmporteerde honing vermengd is met andere stoffen, meestal goedkope suikers. Die worden toegevoegd om kosten te drukken en het volume te vergroten.
Volgens de Europese definitie mag honing uitsluitend afkomstig zijn van nectar of honingdauw. Toch blijkt in de praktijk dat producenten soms suikers toevoegen of die zelfs rechtstreeks aan de bijen geven. Die verwerken het, waardoor het eindproduct lijkt op honing, maar dat niet is.
René De Backer, voorzitter van het Vlaams Bijeninstituut (VBI), noemt dit een serieus probleem. “De controle op ingevoerde honing is minder streng dan op lokaal geproduceerde honing, wat een risico vormt voor de volksgezondheid,” zegt hij. Ook etiketten blijken regelmatig misleidend: op een potje staat bijvoorbeeld ‘acaciahoning’, terwijl het in werkelijkheid een bloemenmengsel is.
Om fraude beter op te sporen komt er in Geel een Europees referentielaboratorium. In Vlaanderen werkt het VBI aan een charter voor imkers, ook om onbewuste fouten te voorkomen. “Sommige imkers laten in de winter suiker in de kast zitten. Dit kan door de bijen verwerkt worden in de honing. Dat is eigenlijk fraude,” aldus De Backer.
Volgens hem zijn de analysetechnieken sterk verbeterd. Zelfs bij lokaal verkochte honing kan nu worden vastgesteld of die eigenlijk uit het buitenland komt. Tegelijk wijst hij op prijsbewustzijn: “Als je honing koopt voor drie à vier euro per pot, mag je ervan uitgaan dat het geen zuivere honing is.”
Bron: VILT