Het afgelopen jaar heeft de visserijsector aanzienlijke tegenslagen gekend, met een ingrijpende sanering en dramatische garnalenvangsten die hebben geleid tot rode afslagcijfers. De omzet op de overgebleven afslagen is fors gedaald naar slechts 193 miljoen euro voor vis en 35,4 miljoen euro voor garnalen. In minder dan vijf jaar tijd is de aanvoer op Nederlandse afslagen gehalveerd.
Volgens cijfers van het Nationaal Overleg Visafslagen (NOVA) is de totale afslagenomzet vorig jaar gedaald naar 228 miljoen euro, wat neerkomt op een afname van 54 miljoen euro of bijna 20 procent minder omzet in vergelijking met 2022. Naast de sanering heeft de halvering van de garnalenaanvoer en een afnemend visaanbod bijgedragen aan deze opmerkelijke daling.
Opvallend genoeg heeft de Hollandse Visveiling in IJmuiden als enige afslag een omzetstijging laten zien, van 66,4 naar 67,7 miljoen euro in 2023. Hiermee nadert IJmuiden Urk in marktaandeel, dat nu op 30,7 procent ligt. Urk, met een marktaandeel van 32,6 procent, noteerde een lichte daling in omzet tot 71,7 miljoen euro. Interessant is dat de sterk stijgende pijlinktvis in Urk de dalende tongomzet voorbij is gestreefd en nu na schol de belangrijkste soort is geworden.
Hoewel tong nog steeds de onbetwiste nummer één is bij vissoorten, daalde de omzet aanzienlijk van 75 miljoen naar krap 59 miljoen euro. Pijlinktvis blijft echter stijgen en nadert met 32,5 miljoen euro de gedaalde scholomzet van 34,5 miljoen euro. Tarbot toont een omzet van ruim 16 miljoen euro, terwijl langoustines een krimp ervaren van krap 16 miljoen naar 11 miljoen euro. De uitdagingen in de visserijsector blijven zich opstapelen, en de cijfers wijzen op een zorgwekkende trend in de aanvoer en omzet op Nederlandse visafslagen.
Bron: Visserijnieuws