De Europese Commissie vindt dat we meer algen moeten gaan kweken. De kleine wezentjes zijn gevuld met vetten en eiwitten en daarmee een nuttige toevoeging aan ons dieet. Zijn algen het voedsel van de toekomst?
Maria Barbosa, hoogleraar Bioprocestechnologie, bestudeert algen en onderzoekt hoe verschillende soorten algen het best kunnen groeien. Samen met haar collega’s beschreef ze in het wetenschappelijke tijdschrift Trends in Biotechnology de ontwikkelingen, mogelijkheden en uitdagingen rondom algenkweek en hoe de situatie er nu voorstaat. “Er zit de laatste jaren veel beweging in het veld.”
Algenkweek heeft de afgelopen vijf jaar een enorme verschuiving gezien. Ten eerste wordt het veld van de algenkweek volwassen: de benodigde technologie maakt flinke sprongen en het wordt steeds duidelijker hoe we algen laten doen wat wij willen, bijvoorbeeld met aanpassingen in het DNA. Ten tweede wordt de maatschappij steeds bewuster van het milieu en de consequenties van ons gedrag.
Maria Barbosa: “Wereldwijd kweken we maar 75 duizend ton algen per jaar. Om algen op grote schaal als voedsel te gebruiken moet die hoeveelheid flink omhoog. De Europese Commissie subsidieert nu grote algenboerderijen waardoor dat mogelijk wordt. Zo kunnen we straks meer voedsel maken met algen.”
Nu er meer subsidies voor zijn, raakt de algenkweek in een stroomversnelling. Barbosa: “Meer algenkweek betekent meer productontwikkeling door wetenschappers aan universiteiten en bij kleine bedrijven. Dat is aantrekkelijk voor de industrie. Grote bedrijven investeren als ze zien dat een product een kans van slagen heeft. Ik verwacht dat binnen vijf tot tien jaar voedsel gemaakt van algen heel gewoon is geworden.”
Bron: Wageningen University & Research