De wereldwijde zalmindustrie maakt zich op voor een stevige groei na jaren van stagnatie en lichte daling. Volgens onderzoek van Kontali wordt verwacht dat de productie tegen 2030 met 27% zal toenemen. Deze groei wordt vooral mogelijk gemaakt door verbeteringen in visgezondheid, strategische investeringen en een forse stijging van landgebonden productie. Maar zonder deze factoren blijft de groei onzeker.
In Europa zal de productie naar verwachting met zo’n 25% toenemen. Noorwegen zet stevig in op herstel, geholpen door nieuwe technologieën zoals onderwaterkooien en verbeterde visgezondheidsmaatregelen. Desondanks vormen regelgeving en belastingdruk, zoals het Noorse stoplichtsysteem, een rem op de groeimogelijkheden. Andere Europese landen, zoals het VK en IJsland, plukken de vruchten van investeringen in grotere smolten en kortere productietijden. In IJsland wordt daarnaast ingezet op strengere regelgeving om de biodiversiteit te beschermen.
De industrie staat voor flinke uitdagingen. Klimaatverandering brengt veranderende weerspatronen, schommelingen in watertemperaturen en nieuwe ziekteverwekkers naar kustgebieden. Dit vraagt om aanzienlijke investeringen in aanpassingen om deze risico’s te beheersen. Bovendien worstelt de industrie wereldwijd met strikte milieuregels en productiebeperkingen, zoals de maximale biomassa (MAB) in landen als Noorwegen. Nieuwe technologieën, waaronder beschutte kooien en bioveiligheidsmaatregelen, helpen om de impact van deze obstakels te verkleinen.
Landgebonden zalmproductie lijkt dé groeimarkt van de toekomst, met Noord-Amerika, Azië en Noorwegen als speerpunten. Deze methode biedt een duurzamer alternatief dat beter past bij de politieke en milieueisen van vandaag.
Bron: Kontalis