Uit onderzoek van Monika van den Bos Verma en haar collega’s van Wageningen University & Research blijkt dat consumenten waarschijnlijk veel meer voedsel verspillen dan algemeen wordt aangenomen.
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) heeft in 2005 geschat dat een derde van al het voedsel verloren ging of werd verspild. Op basis van de schatting van de FAO is in de bestaande literatuur een corresponderend volume van verspilling in eenheden van calorieën berekend – vierentwintig procent van de calorieën ging verloren of werd verspild, en acht van de vierentwintig procent werd verspild bij de consument.
De FAO-methodologie houdt geen rekening met het gedrag van de consument ten aanzien van voedselverspilling; alleen de voedselvoorziening bepaalt de omvang van de voedselverspilling. Met behulp van een menselijk stofwisselingsmodel en gegevens van de FAO, de Wereldbank en de Wereldgezondheidsorganisatie hebben Van den Bos Verma en collega’s de relatie tussen voedselverspilling en consumentenwelvaart gekwantificeerd. Met behulp van dit model hebben ze een internationale dataset gemaakt die schattingen geeft van zowel de wereldwijde als de landspecifieke voedselverspilling.
De resultaten suggereren dat het cijfer van acht procent te laag is en dat consumenten mogelijk verantwoordelijk zijn voor maar liefst negentien procent. De auteurs vonden ook dat, zodra de consumentenwelvaart een bestedingsdrempel van ongeveer 6,70 dollar per persoon per dag bereikt, de voedselverspilling bij consumenten begint te ontstaan. Dat gaat in snel toenemend tempo met stijgende welvaart.
Bron: © Wageningen University & Research