De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) besteedt in 2019 52% van de beschikbare toezichtscapaciteit aan het onderwerp voedselveiligheid. Dat staat in het jaarplan 2019 van de NVWA dat op 24 december door de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en voor Medische Zorg en Sport (MZS) aan de Tweede Kamer is aangeboden.
Omdat het totale budget van de NVWA in 2019 met circa 350 miljoen min of meer gelijk blijft, maakt de NVWA keuzes in onderwerpen waar in het komende jaar meer of minder inzet op wordt gepleegd. De NVWA kiest op het gebied van voedselveiligheid in 2019 voor een versterking op het terrein van bijzondere eet- en drinkwaren (bijvoorbeeld voeding voor medisch gebruik, babyvoeding, nieuwe voedingsmiddelen, voedingssupplementen en vermelding van voedings- en gezondheidsclaims) en onderzoeken op het gebied van (voedsel)fraude door de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de NVWA (NVWA-IOD). Andere onderwerpen waar de NVWA extra op inzet zijn dierenwelzijn (proefprojecten met cameratoezicht in slachthuizen) en versterking van digitaal toezicht en het vergroten van de kennis over internethandel. Deze extra inzet gaat vooral ten koste van het aantal inspecties bij horecabedrijven. De NVWA maakt deze keuze omdat de toezichtintensiteit bij horecabedrijven in vergelijking met andere sectoren het hoogst is.
Het toezicht van de NVWA op voedselveiligheid gaat veel verder dan het toezicht op levensmiddelen die aan consumenten worden verkocht. Ook het toezicht op bijvoorbeeld antibioticagebruik, diervoeders, het slachtproces, dierlijke bijproducten en de productie van levensmiddelen draagt er aan bij dat ons voedsel veilig is. Voedselproducerende bedrijven en levensmiddelenbedrijven zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van de geproduceerde voedingsmiddelen.
Naast voedselveiligheid en dierenwelzijn blijft de NVWA in 2019 natuurlijk ook toezicht houden op diergezondheid, plantgezondheid, productveiligheid, natuurwetgeving en tabakswetgeving.
Bron: © NVWA