De Nederlandse rijksoverheid laat kansen liggen als het gaat om een gezonde voedselomgeving: een omgeving die het mensen makkelijk maakt om gezonde voedselkeuzes te maken. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht en Wageningen University & Research. Ze roepen de overheid dan ook op om in actie te komen.
Een lage of geen btw op groente en fruit, een suikertaks of het verbieden van fastfoodrestaurants in de buurt van scholen. Het zijn slechts enkele maatregelen waarmee een land kan proberen een gezonde voedselomgeving te creëren. Beleid van de rijksoverheid speelt dan ook een grote rol in de inrichting van de voedselomgeving. Het is daarmee een belangrijk instrument in de strijd tegen bijvoorbeeld overgewicht. En dat is hard nodig, aangezien het aantal mensen met obesitas in de afgelopen decennia sterk gestegen is. Waar in 1990 nog slechts 6 procent van de Nederlanders obesitas had, was dit percentage in 2018 bijna 15 procent volgens cijfers van het CBS.
Sanne Djojosoeparto en dr. Carlijn Kamphuis (Universiteit Utrecht) en dr. Maartje Poelman (Wageningen University and Research) bogen zich over het rijksoverheidsbeleid met betrekking tot de voedselomgeving. Dat deden ze in samenwerking met Europese partners binnen het JPI Policy Evaluation Network (https://www.jpi-pen.eu/.) De onderzoekers lieten 28 onafhankelijke Nederlandse experts van universiteiten, gemeenten, gezondheids- en maatschappelijke organisaties een beoordeling maken van 22 punten die refereren naar de ideale richting van overheidsbeleid voor het creëren van een gezonde voedselomgeving, verdeeld over zes categorieën: voedselsamenstelling, etikettering, aanbod, prijzen, marketing en retail. Daarnaast keken de experts naar 24 andere punten die refereren naar beleidsondersteunende domeinen verdeeld over de categorieën leiderschap, bestuur, monitoring, financiering, platformen voor interactie, en integraal gezondheidsbeleid. De onderzoekers gebruikten hiervoor de Healthy Food Environment Policy Index (Food-EPI), een internationaal gestandaardiseerde beoordelingsmethode van voedselbeleid.
Voor 41% van de genoemde 22 punten bleek er geen of zeer beperkt beleid te zijn gemaakt en 50% van de beleidsmaatregelen werd beoordeeld als zwak. Er wordt bijvoorbeeld weinig gedaan om gezonde voedingsmiddelen goedkoper te maken of om reclames voor ongezond eten gericht op kinderen te beperken. Ook is er geen wetgeving die bijvoorbeeld fastfoodrestaurants verbiedt in de buurt van scholen. Alleen beleid om binnen publieke en private sectoren trainingen en ondersteuning te bieden voor het aanbieden van gezonde voedingsmiddelen reikte in de expertbeoordeling tot het niveau ‘matig’.
Op het gebied van de 24 punten voor beleidsondersteuning voor gezond voedselbeleid zijn de scores hoger en gebeurt er meer in Nederland. 42% van de beleidsondersteunende indicatoren scoorde acceptabel. Volgens de experts scoorde Nederland acceptabel op bijvoorbeeld financiering van onderzoek naar voeding gerelateerde ziektes en het bestaan van voedingsrichtlijnen. Dat Nederland beschikt over een nationaal instituut voor gezondheidsbevordering (Voedingscentrum, RIVM) zorgde zelfs voor een hoge score. Maar verder liet het onderzoek zien dat de overheid te weinig doet om de commerciële invloeden op beleid te beperken en concludeerden de experts dat er te weinig prioriteiten worden gesteld om sociaaleconomische gezondheidsverschillen tussen groepen mensen te verkleinen.
De Utrechtse onderzoeker Sanne Djojosoeparto zegt hierover: “We willen dit onderzoeksrapport graag aanbieden aan de regering zodat ze het huidige beleid kan verbeteren. Het invoeren van een suikertaks is bijvoorbeeld bewezen effectief en relatief eenvoudig in te voeren zoals diverse landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, al hebben laten zien. Toch schuift de Nederlandse regering dit steeds voor zich uit.”
Klik hier voor het rapport ‘The Healthy Food Environment Policy Index (Food-EPI): Nederland'
uu.nl
Bron: Universiteit Utrecht