De afzetprijzen van de voedingsindustrie zijn in maart dit jaar met 17,3 procent gestegen. Dit is grootste prijsstijging sinds de start van de huidige publicatiereeks in 2012. Tot en met 2020 hebben de prijzen van de voedingsindustrie zich rustig ontwikkeld. Vanaf 2021 echter zijn de prijzen aan een opmars begonnen waarvan het einde nog niet in zicht lijkt. Alle branches in de voedingsindustrie doen mee aan de opmars. Dit blijkt uit een analyse van recente CBS-data door onze redactie.
De producten van de totale industrie zijn in maart gemiddeld 25,9 procent duurder geworden vergeleken met maart vorig jaar. Het meest stegen de afzetprijzen in de aardolie-industrie (+106,1 procent), de basismetaal (+47,1 procent) en de chemische-industrie (+38,5 procent). Ook de prijzen van de hout- en papierindustrie gingen in maart flink omhoog (resp. 20,2 en 24,4 procent). Met een prijsstijging van 17,3 procent bleef de voedingsindustrie in maart onder de gemiddelde prijsstijging in de industrie.
Het meest stegen de afzetprijzen van de spijsoliën- en vettenindustrie in maart dit jaar (+33,8 procent). De diervoederindustrie volgde met een prijsstijging van 27,4 procent. Ook bovengemiddeld stegen de afzetprijzen in maart van de meelindustrie (+21,2 procent) en de slachterijen en vleeswarenindustrie (+17,8 procent). Het minst duurder werden in maart de producten van de brood- en deegwarenindustrie (+5,5 procent), de groente- en fruit verwerkende industrie (+9,7 procent) en de visverwerkende industrie (+11,7 procent).
De afzetprijzen van de voedingsindustrie zijn in maart vooral voor binnenlandse afnemers gestegen. Voor afnemers in Nederland werden de producten gemiddeld 19,1 procent duurder en voor buitenlandse klanten 15,5 procent. Vooral in de zuivelindustrie (+16,8 procent binnenlandse afnemers en +12,6 buitenlands afnemers), de brood- en deegwarenindustrie (+6,4 procent versus +2,7 procent) en de diervoederindustrie (+29,1 procent versus +24,3 procent) waren de verschillen groot.
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2022